“De sterfte was al opgelost vóórdat we begonnen met het vaccineren tegen mazelen”

“De sterfte was al opgelost vóórdat we begonnen met het vaccineren tegen mazelen”

14 mei 2019 0 Door Maartje Cooijman

Het begint met een kuchje, een kriebeltje en een nies. Voor je het weet lig je plat in bed en zit je onder de rode bulten. Bah! Je hebt de mazelen. Dit besmettelijke virus kan ervoor zorgen dat je flink ziek wordt. In uitzonderlijke gevallen kan je er zelfs aan sterven. Daarom worden we er tegen ingeënt. Dat is niet nodig, zegt Stichting Vaccinvrij. Want, nog voor we in Nederland vaccineerden, stierven er al bijna geen mensen meer aan de mazelen. Wij zochten voor je uit of dat klopt. 

Zeven vrouwen vormen de kern van Stichting Vaccinvrij. Zij houden zich dagelijks bezig met betere voorlichting over vaccins te krijgen en de overheid transparanter te laten communiceren. Zoals de naam al verklapt, zijn zij geen voorstander van vaccineren. Ze stimuleren ouders om hun kinderen vaccinvrij te laten leven en deze keuze met andere ouders te delen. Zij zien hun boodschap het liefst zoveel mogelijk terug op Facebook, Insta en andere social media. Maar niemand bij de stichting heeft een medische achtergrond. Een enkeling komt uit de wereld van de psychologie, maar daar is ook alles mee gezegd. Het is daarom ook maar de vraag hoe betrouwbaar de bewering van Stichting Vaccinvrij is. Laten we eens kijken naar de feiten. 

Daling in sterfte?

In 1974, het jaar voor de eerste vaccinaties, viel er maar één dode te betreuren, zo schrijft Stichting Vaccinvrij. De stichting onderbouwt haar claim met cijfers uit een rapport van het RIVM uit 1998. Hierin staat dat het aantal sterfgevallen tussen 1900 en 1974 afnam. Waar in 1901 nog 2750 mensen stierven, waren er dat in 1974 nog maar 13 per jaar. Het rapport toont daarnaast aan dat na de invoer van het vaccin er nog maar maximaal 2 personen per jaar stierven. Het laatste sterfgeval had bovendien in 1988 plaatsgevonden.

Het RIVM verkreeg de informatie van het CBS. FACTORY heeft de cijfers daar opgevraagd. De persdienst geeft echter aan dat zij niet over deze historische mazelengegevens beschikken.

De oorspronkelijke bron kan de informatie dus niet bevestigen. Daarom hebben we ook andere bronnen bekeken. Zo beschrijft het Amerikaanse Center of Disease Control and Prevention (CDC) een daling van 6000 doden in 1912 naar 500 doden in 1963. Ook het kritische Physicians for Informed Consent vermeldt een daling van 13.3 doden per 100.000 zieken in 1900 naar 0.2 in 1963. Ook weten we dat de leefomstandigheden aan het begin van de twintigste eeuw erg verbeterden. Hierdoor kunnen we aannemen dat er ook in Nederland een sterftedaling van mazelenpatiënten plaatsvond.

Minder doden, minder gevaarlijk?

We nemen dus aan dat het aantal doden door mazelen al sterk afnam, voordat we begonnen met vaccineren. Dat betekent echter niet dat het vaccineren geen nut heeft, zoals Stichting Vaccinvrij insinueert. Hoewel de sterfte door betere zorg en leefomstandigheden afnam, bleef het percentage kindersterfte door mazelen namelijk gelijk. Onderzoekers Van Wijhe en Wallinga beschreven dit in hun epidemologisch onderzoek dat gepubliceerd werd in The lancet Infectious Diseases in 2016. In 1905 stierven 5,5% van de kinderen door ziektes waar later vaccins voor kwamen. In 1950 was dat nog steeds 5,5% van alle kindersterfte. Pas na het invoeren van de vaccins daalde dat aandeel snel naar vrijwel 0.

Ook het aantal besmettingen met mazelen nam niet af totdat Nederland begon met vaccineren. Zo vermeldt een wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van de mazelenvaccinatie, gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde in 1994, dat er voor het inenten landelijk zo’n 108.000 besmettingen waren gemeld. Na de vaccinatie zakte dit in hetzelfde jaar nog naar 2512. Ondanks dat de ziekte dus minder dodelijke slachtoffers maakte, veroorzaakte het nog steeds jaarlijks terugkomende epidemieën.

Naar schatting van de World Health Organisation sterven er overigens nog dagelijks zo’n 250 kinderen aan de mazelen in derdewereldlanden.


Wat is mazelen eigenlijk?

Mazelen wordt veroorzaakt door het morbillivirus dat zich in de keel en neusholte bevindt. Hierdoor is het zeer besmettelijk. Een nies, hoestje of zelfs alleen maar iets zeggen is voldoende om anderen te infecteren. Het nare is dat je in het begin van de ziekte niet weet dat je het virus hebt. Je besmet dus al snel anderen zonder dat je er zelf erg in hebt.

Als je mazelen oploopt, krijg je binnen een week klachten. Je herkent het aan rode vlekken over het hele lichaam, die ruw aanvoelen. Het begint achter je oor, maar verspreidt zich al snel over je hele lichaam. Ook kan je oogklachten, koorts en andere complicaties krijgen. Mazelen komt veel bij kinderen voor en wordt daarom een kinderziekte genoemd.


Waarom zijn mensen bang voor mazelen?

De klachten die de mazelen met zich meebrengt, zijn vervelend. In sommige gevallen ontstaan er ernstige complicaties. Zo’n vijf procent van de zieken loopt een longontsteking op, waardoor uitdroging op de loer ligt. Daarnaast krijgt een op de duizend mazelenpatiënten te maken met hersenontsteking (acute encefalitis). Daarbij raken de hersencellen beschadigd. Hierdoor kan je epileptische aanvallen krijgen, verlamd raken of in het ergste geval sterven. In Nederland is de kans op overlijden door mazelen gelukkig erg klein (een op tienduizend).

Epidemie

Doordat veel mensen geloven dat mazelen maar een onschuldige kinderziekte is, wordt er steeds minder tegen ingeënt. Maar juist in de tijd waarin we nu leven, is de kans op besmetting veel groter. Veel mensen reizen naar gebieden waar de mazelen nog steeds heerst. Zij lopen daar de ziekte op en nemen het weer mee naar huis. Daardoor kan er in een land dat oorspronkelijk vrij was van mazelen, zoals Amerika, ineens weer een enorme uitbraak ontstaan.

In Nederland zijn er in de eerste drie maanden van 2019 al vijftien gevallen van mazelen bevestigd. Dat is hetzelfde aantal als het jaarlijkse gemiddelde in de voorgaande jaren. Desalniettemin is het aantal aanzienlijk lager dan in 2013, toen een uitbraak in de Biblebelt voor ruim 3000 zieken zorgde. Het RIVM gaf destijds al aan dat de lage vaccinatiegraad de verspreiding vergemakkelijkte. Een aantal van de besmette kinderen dit jaar waren niet ingeënt of te jong daarvoor.

Waarom inenten?

Wie de mazelen heeft gehad, kan de ziekte niet meer krijgen. Bovendien is de kans op sterfte vrij klein. Als je wel bent ingeënt, kan je de ziekte nog steeds oplopen. Deze verloopt dan wel milder. Stichting Vaccinvrij vraagt zich terecht af of inenten tegen de ziekte nog relevant is. Het antwoord op die vraag is ja. Inentingen tegen mazelen zijn nog altijd belangrijk. Wanneer we hier mee stoppen, zullen het aantal besmettingen door de dalende vaccinatiegraad weer toenemen.

Zodra het totaal aantal inentingen onder de 90% komt, vallen er gaten in de bescherming. Dit artikel van Oxford Vaccine Group  legt uit dat er dan geen spraken meer is van groepsimmuniteit. Kwetsbare groepen als zuigelingen, zwangere vrouwen en ouderen zijn dan dus niet langer beschermd. Dat zijn juist de groepen die vaak complicaties als longontsteking en bloedvergiftiging krijgen bij infectieziekten als mazelen. Hoewel die complicaties medisch te behandelen zijn, is de nasleep enorm. Kinderarts Indra Morsing legt in een online seminar van het UMC Utrecht uit dat het afweersysteem dusdanig wordt afgebroken, dat  er vaak nare infecties volgen. Inenten doe je dus niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving.

Conclusie

Hoewel de uitspraak van Stichting Vaccinvrij aannemelijk is, is deze wel misleidend. De stichting gebruikt de sterftedaling namelijk als argument om niet meer tegen de ziekte te vaccineren en dat is, gezien de kans op complicaties die zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben, erg onverstandig.