Alle 200.000 tweets van de Russische Twittertrolls, Nederland als nepnieuwsparadijs en aantal factcheckers verdriedubbeld
Iedere week verzamelt Factory het belangrijkste nieuws over factchecking en nepnieuws. Met deze week: Kritiek op Engelse factcheckstudie, hoaxtweets en factchecktools.
Nederland eist rectificatie van Europese nepnieuwsbestempelaars
Als de kloof tussen de Europese Unie en de burgers in de (nu nog) 28 lidstaten al groot is, lijkt die tussen Europese media en de ‘antinepnieuwstaskforce’ EU vs Disinfo een onoverbrugbare spagaat. Het recente bestempelen van de EU-groep van artikelen van NPO Radio 1, GeenStijl, The Post Online en De Gelderlander tot nepnieuws leidde tot woede in Nederland. GeenStijl en De Persgroep, de uitgever van de grootste regionale krant van Nederland, gaat haar gelijk nu via de rechter proberen te halen, meldt het AD.
Zakelijk directeur Bart Verkade van het Belgische uitgeefbedrijf noemt het tegenover het Algemeen Dagblad ‘stuitend dat de EU of welke overheid dan ook zich hiermee bemoeit’. In de Tweede Kamer betoonde de SP zich kritisch over de praktijken van EU vs Disinfo. ‘Waarom kan de Europese Unie journalisten die berichten over ‘EU vs Disinfo’ in Nederland veroordelen?’ vroeg SP-Kamerlid Ronald van Raak aan minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66).
Van Raaks SP-collega Peter Kwint noemt de antinepnieuwsbeoordelaars zelfs een ‘blunderbureau’. Het Persvrijheidsfonds staat achter de SP’ers, blijkt uit een verklaring op zijn website: ‘De beoordeling of er een onwaarheid wordt verkondigd op een onafhankelijk (nieuws)medium is niet aan de overheid, in welke hoedanigheid dan ook, behalve desgevraagd aan een onafhankelijke rechter.’ Op 14 maart bepaalt een kort geding of de EU rectificaties moet plaatsen bij de beoordeling van bovenstaande Nederlandse media.
Italiaanse factchecker uit kritiek op Engelse factcheckstudie
Nepnieuws in Italië is een behoorlijk groot probleem, beschreef het Reuters Institute for the Study of Journalism in een recent onderzoek. De Italiaanse factchecksite Butac dook dieper in de materie en constateert de nodige gebreken in de studie van de Engelse universiteit:
- Satirische websites, die ook een vorm van nepnieuws kunnen bevatten, zijn niet in het onderzoek meegenomen;
- Nepnieuws dat wordt verspreid via accounts op Facebook, Twitter, YouTube, AlterVista en BlogSpot komt evenmin in de onderzoeksresultaten voor;
- De steekproef van 21 websites is wel erg mager, betoogt Butac;
- De tijd die mensen gemiddeld op een webpagina hebben doorgebracht is misleidend, volgens Butac, want een aanzienlijk deel zou het nepnieuwsbericht niet eens lezen, maar meteen op sociale media delen.
Gigantische Mayastad blijkt verzameling dorpen in het regenwoud
De Mayastad Palenque in Mexico. Foto: Jan Harenburg/Wikimedia Commons/CC BY 4.0
In mei 2000 zouden archeologen in Guetemala een enorme stad hebben aangetroffen uit de Mayatijd. Het bolwerk zou maar liefst 2.000 km² groot zijn en 10 miljoen inwoners hebben gehad. Die beweringen kunnen de prullenbak in na een factcheck van de Franse krant Libération.
Het nieuwtje blijkt gebaseerd te zijn op een artikel op de Franstalige website van National Geographic. Met behulp van lichttechnologie ontdekten archeologen zo’n 60.000 Mayabouwwerken in de Midden-Amerikaanse jungle. Maar van hoogleraar Thomas Garrison leerde Libération dat het niet om één kolossale stad ging, maar om een relatief dunbevolkt gebied: ‘De 60.000 gebouwen in kwestie zijn niet verenigd op één site, maar verspreid over een territorium.’
En die 10 miljoen inwoners waarover wordt gerept? Dat getal is eerder toepasbaar op een hoog uitgevallen schatting van de totale Mayapopulatie, aldus het Franse dagblad.
De Nederlandse tulpenmanie zat heel anders in elkaar dan we denken
Een satirisch schilderij van Jan Brueghel de Jonge over de Nederlandse tulpenmanie. Foto: Frans Hals Museum/Wikimedia Commons/Public domain
Een half miljoen Nederlanders zouden inmiddels beleggen in cryptovaluta als bitcoins. Meer dan eens wordt bij deze ontwikkeling de historische vergelijking gemaakt met de tulpenmanie. In februari 1637 stortte de Nederlandse economie in elkaar; tulpenbollen werden slechts verhandeld om bakken met geld te verdienen – uiteindelijk werden ze meer waard dan huizen.
Na jarenlang onderzoek in Nederlandse archieven blijkt het grootste deel van ons collectieve geheugen over deze episode niet te kloppen, schrijft historica Anne Goldgar in haar boek Tulipmania: Money, Honor and Knowledge in the Dutch Golden Age. Tulpenbollen werden volgens haar in de eerste plaats verhandeld omdat de bloemen die eruit bloeiden nieuw, exotisch en mooi werden bevonden (de tulp komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten).
Ten tweede was de tulpenmanie ook financieel onvergelijkbaar met pak ’m beet de beurscrisis van 1929 of de hypothekenstrop in 2008. De bollen werden grotendeels verhandeld in cafés en wijken, niet op de beursvloer, aldus Goldgar in haar artikel op The Conversation. Tot slot bleek lang niet iedereen woekerprijzen neer te leggen voor een bloembol: Goldgar trof in de archieven slechts 37 mensen aan die meer dan 300 gulden betaalden.
Waar al die onzin over de tulpenmanie dan vandaan komt? Volgens Goldgar is dat het gevolg van een paar satirische liedjes, die in de zeventiende eeuw de ronde deden. Later werden deze opgepikt door schrijvers, die de anekdotes in bestsellers zoals Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds verwerkten.
Alle 200.000 hoaxtweets van Russische Twittertrolls in één database
Het goede nieuws: Twitter is in actie gekomen om Russische Twittertrolls het zwijgen op te leggen in aanloop naar de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen dit jaar. Het slechte nieuws: het bewijsmateriaal van propaganda en politieke inmenging dat op de enkele duizenden accounts te vinden was, gaat daarmee eveneens verloren. Om dat te voorkomen, stelde NBC News een database samen waarin alle ruim 200.000 tweets van Russische trolls zijn ondergebracht.
In totaal zijn 3.814 accounts door Twitter in verband gebracht met buitenlandse bemoeienis met de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. Deze lijst overhandigde het sociale netwerk eind vorig jaar aan het Amerikaanse Congres. De gebruikersnamen, inhoud en tijdstippen zijn hier in te zien; een grafische database is ook te bekijken bij NBC.
De Republikeinse senator Kelli Ward van Arizona. Foto: Gage Skidmore/Flickr/CC BY-SA 2.0
Amerikaanse senator laat zich aanprijzen door niet-bestaande krant
De Republikeinse senator Kelli Ward van de Amerikaanse staat Arizona heeft een positief stemadvies op zak van de Arizona Monitor. ‘Good for her’, zou je kunnen zeggen – ware het niet dat de ‘Monitor’ een neppe nieuwssite is, aldus Politico. De politieke-journalistieksite ziet dit als een groeiend probleem: nepsites worden gepresenteerd als onafhankelijke, serieuze media, die politieke van allerlei rangen en standen aanprijzen aan het grote publiek.
Kathleen Hall Jamieson van de universiteit van Pennsylvania spreekt tegenover Politico van ‘toe-eigening van geloofwaardigheid’. Hoewel niet bevestigd is wie de eigenaar van de Arizona Monitor is, speurde Politico twee voorbeelden op van nieuwssites die zich voordoen als onafhankelijk, maar in feite in de lucht worden gehouden door Republikeinen: The Free Telegraph (door een organisatie van Republikeinse gouverneurs) en California Republican (door de Republikeinse Afgevaardigde Devin Nunes).
De leugens over de schietpartij in Florida op een rij
Zoals inmiddels helaas bij elke grote schietpartij in de VS gebeurt, doken ook snel na het bloedbad op een middelbare school in Florida tientallen onzinberichten op. BuzzFeed zette de hoaxes die viral gingen in een overzichtsartikel.
Zo dook op Twitter een foto op van een cabaretier, die ten onrechte als dader werd aangemerkt. Ook een Duitse YouTuber en een niet-bestaand BuzzFeed-artikel verdwenen in de geruchtenmolen.
Voorts werden personen die niets te maken hadden met de schietpartij als vermist opgegeven, retweette een Witte Huis-correspondent leugens en werden valselijk berichten verspreid uit naam van een Miami Herald-verslaggever.
Dat laatste was misschien nog wel de gevaarlijkste ontwikkeling, schrijft Poynter. Het laat eens temeer zien hoe simpel het is om iemands identiteit online over te nemen. Met een tool als Tweetfake kun je snel en eenvoudig de visuele eigenschappen (gebruikersnaam, profielfoto) van bijvoorbeeld een journalist kopiëren.
Een tip: kijk bij een uitgelichte tweet in een artikel altijd of de time stamp onderaan naar een werkende link leidt. Vaak zijn neptweets namelijk screenshots en geen daadwerkelijke embeds.
Tenslotte probeerden pro-wapengroepen enkele uitgesproken scholieren te diskwalificeren op Twitter. Het sociale netwerk greep snel in en verifieerde nu wereldberoemde actievoerders als Emma Gonzalez en David Hogg, meldt Recode.
Macedoniër verspreidt geen nepnieuws over Trump, maar over zichzelf
Sinds een beruchte reportage van BuzzFeed kent de wereld Macedonië van nepnieuws over Amerika. De 20-jarige Macedoniër Darko Grncarov deed het anders, en maakte zichzelf tot middelpunt van een gevalletje fake news, schrijft het tijdschrift Slate. Hij kwam in contact met tennislegende Serena Williams, mocht een radio-interview geven bij de BBC over homo-emancipatie en werkte mee aan een exclusief interview in de Britse krant Metro.
In 2009 schopte nóg een fictieve Oost-Europeaan het tot de topsporters der aarde. Zonder ook maar één greintje bewijs van fysieke aanwezigheid belandde de Moldavische voetballer ‘Masal Bugduv’ op de dertigste plaats van meest veelbelovende voetballers van de Britse krant The Times. Ook Goal.com trapte in de leugen.
De redactie van Full Fact in Londen, tijdens het Brexit-referendum in 2016. Foto: Wikimedia Commons/CC BY-SA 4.0
Full Fact werkt aan twee automatische factchecktools
De Britse factcheckorganisatie Full Fact is lekker bezig. Het team kreeg 50.000 euro subsidie van Googles Digital News Initiative en werkt nu aan twee programma’s om factchecken voor journalisten toegankelijker te maken, schrijft journalist Yoran Custers voor het blog Nieuwe Journalistiek.
Met Full Fact Trends kunnen journalisten zien welke claims wanneer het internet over gaan, en wie zo’n stelling verspreidt. Full Fact Live moet eind dit jaar een volledig automatische applicatie zijn, schrijft Custers. De bedoeling is dat dit programma zelfstandig claims opspoort en die waar mogelijk koppelt aan reeds bestaande factchecks, of aan bijvoorbeeld cijfers in een speciaal opgetuigde database.
Sites met ‘echt nieuws’ gemiddeld 40 keer vaker bezocht dan aanbieders van fake news
Was het echt zo erg gesteld met het massale bezoek aan nepnieuwssites tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016? Nee, wijst onderzoek van de universiteit van Illinois en Northwestern University uit. Het aantal maandelijkse bezoekers van een gemiddelde Amerikaanse website met kloppend nieuws was maar liefst 40 keer groter dan dat aan nepnieuwsadressen (28 miljoen versus 675.000). Dat concluderen de twee universiteiten op basis van een panel van één miljoen Amerikaanse internetters.
Ook opvallend is dat consumenten van nepnieuws net zo goed betrouwbaar nieuws tot zich nemen. De onderzoekers zagen dat 20 à 30 procent van de fake news-consumenten ook sites als Politico bezochten; ruim de helft was ook weleens te vinden bij The New York Times. ‘Dit wijst erop dat het publiek voor nepnieuws niet zozeer is opgesloten in een echokamer, maar zichzelf ook blootstelt aan nieuws dat een grote meerderheid van het online publiek ook consumeert’, schrijven de wetenschappers.
Tot slot blijken nepnieuwsconsumenten tot wel twee keer zoveel tijd te spenderen op Facebook en Google dan mensen die alleen echt nieuws lezen en bekijken.
Paul Polman, CEO van Unilever. Foto: UK Department for International Development/Wikimedia Commons/CC BY 2.0
Voedingsmythes bestrijden is vechten tegen de bierkaai, merkt Unilever
Begin deze maand dreigde de gigantische Brits-Nederlandse levensmiddelenproducent Unilever Facebook en Google met een ultimatum. Als deze twee platforms zo vol blijven staan met desinformatie als ze nu doen, zou Unilever overwegen om zijn miljoenen aan advertentiegeld in te trekken. Maar ook het bedrijf zelf vecht met moeite tegen alle nonsens op het internet, schrijft NRC Handelsblad.
Als bedrijf reageren op wantrouwen onder consumenten werkt vaak niet, hoort de krant van de marketingdirecteur voor de Benelux. Hij pleit ervoor dat wetenschappers en het Voedingscentrum zich veel meer in het debat mengen. Ook daar hangt echter een constant dilemma boven het hoofd: geef je een voedselmythe niet juist legitimiteit als je er een serieuze reactie op geeft?
Mijn eerste eindresultaat na het spelen van ‘Bad News’. Beeld: Riffy Bol
Nederlandse nepnieuwsgame krijgt Engelse versie
In Nederland hebben we dankzij het bedrijfje DROG het ‘nepnieuwsspel’ Slecht Nieuws. De ontwikkelaars, van wie een deel verbonden is aan de universiteit van Cambridge, hebben nu een internationale versie gebouwd, getiteld ‘Fake News’. Spelers bouwen een netwerk van volgers op via Twitter, door het publiek voor te liegen en te misleiden.
Gedurende het spel leert de speler gebruik te maken van zes mogelijkheden: imitatie van een andere persoon, inspelen op emoties, polarisatie, complottheorieën, partijen in diskrediet brengen en trolling. Over een half jaar zullen de resultaten van de vragenlijst die spelers in het spel invullen, worden gepresenteerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Risk Research, aldus The Guardian.
De ‘Europese Breitbart’ wordt gesponsord door Nederlandse ondernemers
Voice of Europe is kritisch over de EU, moet niets hebben van vluchtelingen en prijst Geert Wilders regelmatig de hemel in. En o ja, ze ontvangt investeringen van Nederlandse ondernemers, onthult De Groene Amsterdammer. De site verwelkomt volgens het opinieblad 250.000 bezoekers per maand en wordt gehost vanuit Dronten.
Een van de investeerders die anoniem wil blijven, noemt haar investering in Voice of Europa tegenover De Groene een ‘business opportunity’, ‘net zo goed als dat ik ook geld in kunst en vastgoed steek’. Maar haar financiële betrokkenheid bij VoE lijkt eerder ideologisch, als we afgaan op het onderzoek in De Groene Amsterdammer: ‘Ik wil dat dit de Breitbart van Europa wordt’, vervolgt ze tegen het tijdschrift.
Het Amsterdamse weekblad ontdekte meer. Zo blijkt een in Nederland woonachtige Russische journalist een bv te beheren die drie Russischtalig nepnieuwssites voor de Russisch-sprekende minderheden in de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen bestiert. En: de Tsjechisch-Slowaakse fake news-site AE News wordt naar verluidt mede gevuld door Nederlandse bloggers.
Waarom Nederland zo’n populaire vestigingsplaats is voor ‘alternatieve nieuwssites’? De goede privacyregeling en het slecht doorzoekbare register van de Kamer van Koophandel, aldus De Groene.
Het eerste Nederlandse boek over nepnieuws vliegt alle kanten op
Een term die zó populair is als ‘nepnieuws’ verdient natuurlijk een boek. Dat is er nu, van de hand van historicus Han van der Horst. Nepnieuwsexperts Peter Burger en Alexander Pleijter van de Universiteit Leiden lazen het en schreven een recensie.
Hoewel Nepnieuws: Een wereld van desinformatie uiteraard ook Trump en de Amerikaanse presidentsverkiezingen aanstipt, duikt het naslagwerk vooral in de geschiedenis. Van der Horst maakt melding van nepnieuws in het Oude Egypte, het Romeinse Rijk, de middeleeuwse kruistochten en de nazi’s.
Onhandig is volgens Burger en Pleijter dat het boek geen duidelijk onderscheidt maakt tussen de vele vormen van nepnieuws. Propaganda en satire, misleiding en selectieve feiten verschillen immers nogal van elkaar.
Blogsite Medium weert nepnieuws verspreidende alt-right-figuren van zijn platform
Een sympathisant van de alt-right-beweging. Foto: Wikimedia Commons/CC BY 2.0
De populaire blogsite Medium wil niets meer te maken hebben met de nonsens van alt-right-figuren Mike Cernovich, Jack Posobiec en Laura Loomer, bericht The Outline. De maatregel valt samen met een herziening van Mediums regels: ‘Gebruik geen misleiding om omzet of verkeer te genereren’, schrijft de website nu voor. En: ‘We staan geen posts of accounts toe die zich inlaten met (…) intimidatie, haatzaaien, geweld of desinformatie.’
Ook het vermelden van pseudowetenschap is nadrukkelijk niet meer toegestaan op Medium, noteert de website. Het gaat dan specifiek om ‘het gebruik van wetenschappelijke of pseudowetenschappelijke claims om anderen te pathologiseren, ontmenselijken of hun macht te ontnemen.’
Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken steekt 40 miljoen dollar in nepnieuwsbestrijding
Weliswaar is de Amerikaanse president zélf verantwoordelijk voor duizenden leugens per jaar (dit weekend spoorde Vox er nog een aantal op), maar dat neemt niet weg dat zijn ministerie van Buitenlandse Zaken 40 miljoen dollar giet in een programma om propaganda en desinformatie van andere landen van weerstand te voorzien.
Daar bovenop creëert het Amerikaanse BuZa een fonds van 5 miljoen dollar (waarvan één miljoen binnenkort al beschikbaar komt) voor burgerbewegingen, mediaredacties, ngo’s en onderzoeksinstituten om nepnieuws in hun werkzaamheden tegen te gaan.
Aantal factcheckorganisaties is in vier jaar verdriedubbeld
Anno 2018 telt het Duke Reporters’ Lab maar liefst 149 erkende factcheckorganisaties in 53 landen. Dat zijn er drie keer zo veel als in 2014, toen de organisatie nog 44 factcheckredacties wereldwijd opspoorde. Sinds vorig jaar zijn er internationaal gezien 21 nieuwe factcheckprojecten gestart – daaronder is een organisatie die pas een maand geleden in Indonesië begon.
Het Reporters’ Lab van Duke University houdt ook een lijst bij met inactieve factcheckredacties: dat zijn er nu 63. Hieronder nog een paar belangrijke inzichten:
- Noord-Amerika heeft de meeste factcheckers (53), één meer dan Europa. Azië (22) en Zuid-Amerika (15) verkeren in de middenmoot, terwijl Afrika (4) en Australië (3) achterblijven;
- Bijna een derde van de door Duke Reporters’ Lab getelde factcheckorganisaties is meer dan vijf jaar bezig. De gemiddelde looptijd van een factcheckredactie is vier jaar;
- Maar liefst 87 procent van de factchecksites in de Verenigde Staten zijn verbonden aan een krant of tv-netwerk. Buiten de VS ligt dat veel lager: 53 procent;
- Bijna de helft van de 47 Amerikaanse factcheckers richt zich op de regio waar de redactie in opereert;
- De oudste factcheckclub die Duke Reporters’ Lab erkent, is Snopes (al 23 jaar actief).