Een portal voor propagandaslachtoffers, Buma’s internetautoriteit en hoe The Washington Post een nepnieuwsclub onschadelijk maakte
Iedere week verzamelt Factory het belangrijkste nieuws over factchecking en nepnieuws. Met deze week: dodelijk nepnieuws, techbedrijven moeten betrouwbaarder worden en misleidende berichten.
Italië is het nieuwste slachtoffer van massaal nepnieuws…
Na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en in mindere mate Duitsland, Frankrijk en Spanje, krijgt ook Italië te maken met een stroom aan waardeloze en misleidende actualiteiten. Uit onderzoek van BuzzFeed blijkt dat de Romeinse ondernemer Giancarlo Colono achter een gigantisch netwerk van nepnieuwssites en -pagina’s zit met zijn bedrijf Web365.
Colono bezit 175 domeinnamen, die nieuws verspreiden over gezondheid, sport en beroemdheden. Daartussen vond BuzzFeed twee van de meest gelikete Facebookpagina’s van Italië: DirettaNews en iNews24. De populariteit van de eerste pagina wordt geïllustreerd doordat deze meer likes (3 miljoen) heeft dan de Italiaanse kranten Corriera della Sera en Gazetto dello Sport, alsmede de voormalige minister-president Matteo Renzi. iNews24 heeft circa 1,5 miljoen likers.
BuzzFeed ontdekte dat DirettaNews vooral misleidende berichten de wereld in helpt. De site citeert het Italiaanse factcheckcollectief Butac, dat DirettaNews van ‘pseudo-journalistiek’ beschuldigt en het adres op een zwarte lijst heeft geplaatst. iNews24 bedient zich met name van nationalistische en islamofobe retoriek, aldus BuzzFeed.
Een deel van de zwarte lijst die het Italiaanse factcheckplatform Butac hanteert.
De oproep van Renzi aan Facebook om het nepnieuws in zijn land aan te pakken, komt daarom niet uit de lucht vallen. ‘We vragen de sociale netwerken, met name Facebook, om ons te helpen een schone verkiezingscampagne te hebben’, zei de voormalige Italiaanse premier in een interview waar The New York Times uit citeert. ‘De kwaliteit van de democratie in Italië hangt vandaag af van een antwoord op deze problemen.’
Afgelopen week deden twee populaire nepnieuwtjes de ronde in Italië, aldus de Amerikaanse krant. Enkele websites die sympathiseren met de Vijfsterrenbeweging, een populistische partij, misleidden het publiek door te stellen dat een minister aanwezig was op de begrafenis van de overleden maffiabaas Salvatore Riina.
Later dook een video van Renzi op, die toen nog als premier een persconferentie hield met de Russische president Poetin. Foutieve ondertiteling insinueert dat Poetin de Italiaanse regering de schuld geeft van het missen van het WK voetbal door het Italiaanse nationale elftal. Volgens The New York Times heeft Facebook aan de Italiaanse regering toegezegd een ‘factcheck-taskforce’ op te zetten in de verkiezingsperiode.
Zweedse kerk het slachtoffer van een hoax
Een Zweeds-lutherse kerk in de Amerikaanse staat Nebraska. Foto: Wikimedia Commons/CC0 1.0
Je kunt erover twisten dat veel kerken zelf wekelijkse verspreiders van nepnieuws zijn. Maar als een religieus instituut zelf ten onrechte slachtoffer wordt van een roekeloze hoax, dan moet dat net zo goed gemeld worden. Het Nederlands Dagblad maakt melding van een lutherse kerk in Zweden, die voortaan genderneutraal door het leven zou gaan.
Het ‘nieuws’ kwam eerst voor in de Zweedse krant Politiken, schrijft het christelijke dagblad, alvorens zijn opwachting te maken in The Guardian en The Telegraph. Eén probleem: het is gewoonweg niet waar, aldus kerkcommissievoorzitter Sofija Pedersen Videke tegen de Zweedse nieuwssite The Local.
Wat er wel aan de hand was: de kerk stemde over een herziening van haar handboek. De laatste editie stamde uit 1986, en kerkgangers zagen graag ‘inclusiever’ taalgebruik in een nieuwe versie. Het ‘nieuws’ werd, kort samengevat, veel groter gemaakt dan het is: in de passage Gloria wordt het woord ‘hij’ één keer weggelaten.
Google wil Russisch fake news weren uit zoekresultaten
‘It’s basically RT and Sputnik’, zei Eric Schmidt, directeur van Googles moederbedrijf Alphabet, op het Halifax International Security Forum in de Amerikaanse hoofdstad Washington D.C. Volgens Schmidt zijn deze twee Russische nieuwskanalen grotendeels verantwoordelijk voor de problemen die Google momenteel van nepnieuws ondervindt. Vandaar dat ’s werelds grootste zoekmachine ze wil gaan weren uit de zoekresultaten.
RT, voorheen bekend als Russia Today, is een internationaal televisiekanaal met kantoren overal ter wereld. Sputnik is een succesvol onlinemedium dat in 30 talen beschikbaar is. Beide publicaties zijn volledig eigendom van de Russische staat, schrijft Motherboard.
De Russische president Vladimir Poetin in de studio van RT. Foto: Kremlin/Wikimedia Commons/CC BY 4.0
Allebei zijn ze geverifieerd door Google News, dus komen ze vaak voorbij in zoekresultaten, maar ook bij pushnotificaties. Ook van Googles advertentiesysteem AdSense maken zij goed gebruik, schrijft de technologietak van Vice. RT is sterk aanwezig op Googles videoplatform YouTube: 2,2 miljoen abonnees krijgen zijn filmpjes op regelmatige basis te zien. Op YouTube is RT al wel uit een ‘premiumprogramma’ geknikkerd, berichtte Bloomberg vorige maand.
Hoe Google RT en Sputnik precies wil weren, maakte Schmidt niet duidelijk. In ieder geval liet hij weten een tegenstander te zijn van sites verbannen. Andere bedrijven hebben inmiddels concreet stelling genomen tegen de Russische nieuwskanalen. Zo heeft Twitter het onmogelijk voor hen gemaakt om nog te adverteren op dat platform. RT heeft volgens het sociale medium zo’n 2 miljoen dollar betaald sinds 2011 om reclame te mogen maken.
BuzzFeed kreeg nog tientallen accounts op zwart
Sterke actiejournalistiek van BuzzFeed. Het nieuwsplatform identificeerde 45 nepaccounts op Twitter die duidelijk in verbinding staan met Russische bots. De propagandagebruikers stuurden berichten op het medium over Brexit, Donald Trump en Angela Merkel, aldus BuzzFeed. Twitter trad kordaat op: binnen een dag waren alle aangevinkte accounts verwijderd.
De tweets van nepaccounts over het Brexit-referendum die BuzzFeed op het spoor kwam. Screenshot: Tom Phillips/BuzzFeed News
BuzzFeed kwam het botnetwerk op het spoor met behulp van een database vol Brexit-tweets van de universiteit van Sheffield. De journalisten zochten onder meer op Duitse hashtags om de onzinclaims over Merkel aan te treffen. Wat betreft de Brexit-tweets: daar zag BuzzFeed een piek ten tijde van het referendum op 23 juni 2016.
Europa’s strijd tegen nepnieuws verzandt in bureaucratische molen
Verschillende Europese landen willen hun nek uitsteken tegen nepnieuws. Duitsland gaat sociale media met maximaal 50 miljoen euro beboeten als zij niet binnen 24 uur haatzaaiende berichten offline halen; politici in het VK en Italië hebben publieke raadplegingen gedaan over fake news.
Maar op het niveau van de Europese Unie kan de politiek weinig uithalen tegen onzinartikelen, stelt Poynter in een kritische analyse. Directeur technologie, media en communicatie aan Columbia University, Anya Schiffrin, zegt tegen Poynter dat – als er al EU-wetgeving tegen nepnieuws komt – dit vooral bedoeld is om nationale haatzaaiwetten te versterken.
De politieke consensuscultuur die de Europese Unie weinig daadkrachtig maakt, speelt parten in de strijd tegen nepnieuws, aldus Poynter. Schiffrin voorspelt dat het VK en Frankrijk binnenkort met scherpere wetgeving tegen misleidende berichten komen, maar om die op Europees niveau door te voeren is unanimiteit van alle 28 lidstaten nodig.
Bovendien is de Europese Unie bang om beticht te worden van censuur, schrijft het Amerikaanse journalistiekinstituut. Redacteur David Schraven van het Duitse factcheckplatform Correctiv stelt daarom voor om het anders aan te pakken: laat de Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de EU, geld beschikbaar stellen aan factcheckers. Schiffrin is daar sceptisch over, maar noemt het tegenover Poynter ‘een begin’.
Factcheckers doen goed werk, maar krijgen vaak niet betaald
D66 is bezorgd om nepnieuws, en organiseerde om die reden een bijeenkomst over dat verschijnsel. In Nederland wordt fake news op Facebook nu gecheckt door twee instanties: NUcheckt van NU.nl en Nieuwscheckers van de Universiteit Leiden.
Het is weliswaar een belangrijke stap dat Facebook professionele journalisten c.q. factcheckers inzet om onzinberichten te flaggen voor een groot publiek, maar factchecken kost een hoop tijd en geld om het goed uit te voeren. Universitair docent Alexander Pleijter noemde op de D66-avond bijvoorbeeld een artikelenreeks van factchecksite Snopes, dat een factchecker naar Zweden liet afreizen voor een check ‘on the ground’.
https://www.youtube.com/watch?v=dskZ7UQhZQU
In praatprogramma Pauw sprak minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees (D66) over nepnieuws.
Politiek verslaggever Chris Aalberts woonde de bijeenkomst bij namens ThePostOnline en beschrijft een heldere oplossing: ‘Als je wilt dat nepnieuws niet in omloop komt of dat nieuws beter op waarheid wordt gecontroleerd, moeten de mensen die dat tijdrovende werk doen gewoon betaald worden.’ Dan rest nog de discussie of dat geld uit de zakken van het publiek (Facebookgebruikers) of de verspreider (Facebook) moet komen.
Fantastisch nieuws overigens voor de Leidse Nieuwscheckers: het collectief onder leiding van Alexander Pleijter en Peter Burger is door Poynter officieel erkend als factcheckorganisatie. Dat wil zeggen dat de Amerikanen hebben geverifieerd dat de Leidse studenten en docenten voldoen aan de factcheckcodes van het International Fact-Checking Network (IFCN). Nieuwscheckers maakt nu deel uit van een select groepje van 40 factcheckorganisaties wereldwijd.
In Zuid-Azië is nepnieuws letterlijk dodelijk
Terwijl we in het Westen klagen over nepnieuws dat onze verkiezingen beïnvloedt en samenlevingen polariseert, worden in Zuid-Azië mensen vermoord als gevolg van grootschalige nepnieuwsgolven. De Columbia Journalism Review trekt aan de alarmbel en laat verschillende journalisten aan het woord die de ellende van dichtbij kennen.
‘De impact [van Facebook-hoaxes] in Azië is misschien nog wel lastiger, de gevolgen ernstiger en het ecosysteem minder onderzocht’ dan Facebook en het Amerikaanse volk erkennen, aldus Azië-journalist Christina Larson in de CJR. Vooral landen als Thailand, Cambodja en Myanmar hebben er last van, noteert Mathew Ingram in het journalistieke tijdschrift. Hij meldt dat in dat laatste land talloze nepberichten over de moslimminderheid Rohingya op het net zijn verschenen.
Een Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh, een buurland van Myanmar. Foto: John Owens/Voice of America/Wikimedia Commons/Public Domain
Des te problematischer is dat de bevolking van Myanmar erg afhankelijk is van Facebook om aan nieuws en informatie te komen. New York Times-journalist Paul Mozur vertelt aan de Columbia Journalism Review: ‘[Facebook] vervangt kranten, verdringt campagnes van ngo’s en andere instanties die met name mensen in afgelegen gebieden proberen te bereiken’.
Mozur legt uit dat de leider van een anti-Rohingyabeweging inmiddels van flyers naar Facebookposts is overgestapt om zijn haatzaaiende boodschap te verspreiden – daar zou hij 100 keer zo veel mensen mee bereiken. CJR-journalist Ingram hoort van Facebook dat ze dit soort excessen wil voorkomen, maar de gescheiden tijdlijnen die het platform recent in Cambodja en Slowakije testte (waarin nieuws uit de ‘normale’ feed wordt gefilterd) baart hem in deze context zorgen.
In Egypte tierde het nepnieuws welig na een hoog dodental
Vorige week kwamen zeker 235 mensen om bij een aanslag op een moskee in de Egyptische provincie Sinaï. De BBC maakte een toegankelijke handleiding voor wie feiten van fictie wilde scheiden over de tragische gebeurtenis. Enkele informatieve aanwijzingen:
- Nieuwssite Al-Araby deelde al snel een foto van de nasleep van een bomaanslag. Aan de hand van Google Reverse Image Search toont de BBC aan dat dit een foto van persbureau AFP uit 2015 is.
- Op sociale media doken enkele posts op met een video die tijdens de aanslag in de moskee zou zijn gemaakt. De BBC schrijft dat hoe vaker je een filmpje uploadt en kopieert, hoe slechter de beeldkwaliteit wordt. Daardoor is het juist makkelijker om video’s te verspreiden die in een hele andere context gefilmd zijn. De video in kwestie betrof een aanval op een moskee in Saoedi-Arabië, twee jaar geleden.
- Let goed op de omgeving waarvan beeldmateriaal op internet verschijnt, waarschuwt de BBC. Op een foto die rondging tijdens de aanslag in Egypte bleek een moskee in de Iraakse stad Mosul te figureren. De foto was genomen in 2014.
Het genoemde item van CNN uit 2015.
Techbedrijven moeten opener zijn voor meer betrouwbaarheid…
Een paar weken na de hoorzittingen met sociale media in het Amerikaanse Congres, stuurt Bloomberg er een belangrijk vervolg uit. Dat techbedrijven als Facebook, Twitter en Google meer moeten doen om nepnieuws te bestrijden, staat buiten kijf. Bloomberg verzamelde een paar initiatieven die hoopvol stemmen.
De Republikeinse senator John McCain stelde bijvoorbeeld een wet voor, die aan bedrijven die reclame maken op internet net zulke strenge eisen stelt als aan advertenties op tv. Een andere optie is de grote bedrijven dwingen de werking van hun complexe systemen (deels) openbaar te maken, schrijft Bloomberg.
‘Alleen door de ondoorzichtigheid en geheimzinnigheid om sociale media te beëndigen, zullen we volledig begrijpen wat er fout gaat’, zegt internetactivist Wael Ghonim tegen Bloomberg. In een vorig leven was hij als productmanager werkzaam bij Google. De zoekgigant onthulde in een paar maanden geleden in een blog overigens een schrikbarend cijfer: 0,25 procent van de zoekopdrachten op één dag bleek te leiden naar foutieve informatie.
Facebook ontwerpt een portal voor ‘propagandaslachtoffers’
De eerste stap in de goede richting lijkt te worden gezet door Facebook. Mark Zuckerberg en de zijnen werken deze weken aan een portal waarmee gebruikers kunnen zien of zij tijdens de Amerikaanse verkiezingscampagne zijn blootgesteld aan Russische propaganda, meldt Recode.
Wel tempert het bedrijf meteen de verwachtingen: hoewel naar schatting 140 miljoen Amerikanen minstens één keer Russisch nepnieuws in hun Facebooktijdlijn voorbij hebben zien komen, wordt de portal voor slechts een fractie van hen opengesteld. Waarschijnlijk is dat die selecte groep wordt gekozen uit de 29 miljoen gebruikers die volgens Facebook direct in hun timeline Russische berichten hebben ontvangen, alsook de 10 miljoen mensen die op verkiezingsdag in aanraking zijn gekomen met een dergelijke reclamecampagne.
Een nieuwe onderzoeksclub naar fake news maakt haar opwachting
Zoals al vaker vermeld in deze nieuwsbrief, is nepnieuws behalve voor journalisten en nieuwsconsumenten ook voor wetenschappers uitermate interessant om een blik op te werpen. Exact wat het Disinformation Action Lab gaat doen: van de Knights Foundation krijgt dit initiatief 250.000 dollar om te onderzoeken hoe fake news zich verspreidt, hoe je dat kunt tegengaan en hoe dit soort praktijken er in de toekomst uitzien.
Wie zich precies bij de onderzoeksgroep aansluiten en wie deze gaat leiden, is nog niet bekend, schrijft Nieman Lab. Het Data & Society Research Institute, waar de club is ondergebracht, hoopt volgens Nieman Lab dat platformen, onderzoeksjournalisten en activisten ‘de dreigingen van propaganda en disinformatie met een grotere set van onderzoeksmethoden gaan analyseren’.
Voor de laatste updates over het Disinformation Action Lab houden de onderzoekers een nieuwsbrief bij.
Nepaccounts pleiten voor netneutraliteit in Amerika
Verontrustend nieuws uit Amerika. Tussen april en oktober dit jaar zijn minstens 1,3 miljard genepte reacties op internet geplaatst die pleiten vóór de afschaffing van netneutraliteit. Dat blijkt uit onderzoek van datawetenschapper Jeff Kao, die erover bericht op zijn Medium-blog. Zijn werk bevestigt én overtreft een claim van de New Yorkse openbaar aanklager Eric Schneiderman, die eerder nog sprak van ‘enkele honderdduizenden’ gestolen identiteiten.
In zijn satirische latenightshow Last Week Tonight legt John Oliver uit wat netneutraliteit inhoudt.
Kao becijferde dat slechts 3 tot 4 procent van de reacties aan de FCC, het Amerikaanse bestuursorgaan dat over netneutraliteit gaat, ‘uniek’ genoemd kan worden. De overige bijdragen (ongeveer 22 miljoen) zijn met grote waarschijnlijkheid nep.
Buma wil een ‘internetautoriteit’ als nepnieuwswaakhond
De Autoriteit Persoonsgegevens, de Zorgautoriteit, de Autoriteit Consument & Markt… Als het aan CDA-leider Sybrand Buma ligt, komt daar binnen de kortste keren een Internetautoriteit bij. De taak van dit nog denkbeeldige overheidsbureau? Het digitaal patrouilleren met het oog op internetcriminaliteit en nepnieuws, aldus de christendemocraat in het Algemeen Dagblad.
CDA-leider Sybrand van Haersma Buma. Foto: Roel Wijnants/Flickr/CC BY-NC 2.0
Buma is met name huiverig voor de beïnvloeding van de Nederlandse publieke opinie door de Russen, zegt hij in het AD: ‘Rusland voert een koude oorlog op het internet. Het land infiltreert en beïnvloedt de publieke opinie. Daar waar destabilisatie op de loer ligt, zijn de Russen online actief.’ Of zo’n ‘internetautoriteit’ ooit het licht ziet – en zo ja, met welke verplichtingen en bevoegdheden – is de vraag.
The Washington Post pareert nepnieuws en ontmaskert de daders
De prijs voor meest intrigerende journalistiek deze week gaat naar The Washington Post. De krant, die als huidige slogan ‘Democracy Dies in Darkness’ hanteert, werd aan zijn jasje getrokken door een vrouw die de Republikeinse senator van seksueel wangedrag beschuldigde. De Post haalde deze onware claim zorgvuldig onderuit, zoals beschreven in een leerzame reconstructie.
Jaime Phillips, de vrouw in kwestie, sprak in interviews verdeeld over twee weken met The Washington Post. Ze vertelde een dramatisch verhaal over een abortie die ze dankzij Moore zou hebben moeten ondergaan als 15-jarig meisje. Maar het gekke was: tijdens haar ‘onthullingen’ vroeg ze telkens de journalisten om hún mening over de zaak. En dat vertrouwden die niet.
Een journalist van The Washington Post confronteert de vrouw die Roy Moore beschuldigt. Video: The Washington Post
Deze week zagen de journalisten hun gelijk bevestigd: de vrouw bleek te werken voor Project Veritas, een organisatie die mainstreammedia en linkse publicaties valse verhalen verkoopt om hen daar vervolgens op aan te pakken. Phillips leerde de tactieken van haar baas, James O’Keefe: hij werd in 2010 veroordeeld wegens identiteitsfraude nadat hij een overheidsgebouw onder valse voorwendselen was binnengedrongen, schrijft The Post.
Het was niet eens de eerste poging van een kwaadwillende partij om The Washington Post zwart te maken. Half november liet een pastoor uit Alabama weten een vreemd telefoontje te hebben gehad van een vermeende journalist van de krant. Deze zou geld hebben geboden in ruil voor beschuldigingen aan het adres van Roy Moore.