Factcheck: ‘Rusland is een van de meest ongelijke landen ter wereld’

Factcheck: ‘Rusland is een van de meest ongelijke landen ter wereld’

14 november 2017 0 Door Riffy Bol

‘Rusland is een van de meest ongelijke landen ter wereld’, zei de leider van de Communistische Partij in dat land, Gennadi Zjoeganov, begin deze maand in Sint-Petersburg. Klopt dat wel?

Voordat we deze bewering onder de loep nemen, eerst even wat voorgeschiedenis. In 1917 brak in Rusland, toen nog geregeerd door tsaar Nicolaas II, een machtsstrijd uit tussen de ‘witte’ mensjewieken en de ‘rode’ bolsjewieken. De laatste groep, onder leiding van Vladimir Lenin, greep de macht en zette de transitie naar de Sovjet-Unie in gang. Dit wereldrijk bestond tot 1991, toen de Oost-Europese landen zich een voor een losmaakten en uiteindelijk ook het ‘moederland’ ten onder ging.

Tweede Wereldoorlog

De Russische president Vladimir Poetin wil liever niet teveel aandacht schenken aan de bovengenoemde Oktoberrevolutie, deze maand precies honderd jaar geleden. Liever laat hij zijn landgenoten terugdenken aan de Tweede Wereldoorlog, in Rusland beter bekend als de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’. Want het feit dat Rusland een eeuw geleden een autocratisch politiek systeem binnen enkele jaren kon omvormen tot een communistische grootmacht, houdt Poetin vermoedelijk liever in het verleden achter.

Sovjet

Communistische leider Zjoeganov ziet de Sovjet-Unie juist graag terugkeren – althans, de economische vruchten daarvan. Sinds Rusland zich volop heeft vermengd met de globalisering als sterk privatiserende vrijemarkteconomie, zijn de economische verschillen tussen Russen onderling enorm toegenomen, zo beweerde hij in de toespraak die werd opgetekend door Volkskrant-correspondent Tom Vennink.

De Gini-coëfficiënt

Over naar de check zelf. Allereerst: met ongelijkheid wordt, exacter gezegd, ongelijkheid in inkomen bedoeld. Maar hoe meet je dat soort ongelijkheid? Het beste hulpmiddel voorhanden is de Gini-coëfficiënt: een getal tussen 0 (volledige inkomenongelijkheid) en 1 (volledig gelijk) dat in 1912 werd ontwikkeld door de Italiaanse statisticus Corrado Gini. Verschillende statistiekinstanties houden de Gini-coëfficiënt bij: denk aan het World Factbook van de CIA, de Wereldbank en de OESO.

Inkomensongelijkheid

Voor deze factcheck gebruiken we de data van de Wereldbank, wegens volledig- en overzichtelijkheid. Bezien over de afgelopen twintig jaar is de inkomensongelijkheid in Rusland behoorlijk afgenomen. Bedroeg de Gini-index in 1996 nog 46,1, in 2015 was dat 37,7. Pieken kwamen voor in 2001 (39,6) en een jarenlange stijgende trend met 2007 (42,3) als hoogtepunt.

Middenmoot

Zetten we de Russische ongelijkheid af tegenover de rest van de wereld, dan verkeert het land in de middenmoot. In de Gini-index van de Wereldbank staat Zuid-Afrika bovenaan met een indexcijfer van 63,4 (kanttekening: dat cijfer stamt uit 2011), gevolgd door Namibië en Haïti. Kijken we naar de ongelijkheidscijfers die net als dat van Rusland uit 2015 komen, dan staan onder meer Zambia (57,1), Brazilië (51,3) en Colombia (51,1) ver boven het land van wodka en AK-47’s. Rusland staat op de 22ste plaats van de landen die in 2015 data aanleverden over inkomensongelijkheid.

Verhouding tussen rijk en arm

De Gini-coëfficiënt is echter niet de enige manier om ongelijkheid te meten. Je kunt ook kijken naar de verhouding tussen het vermogen van het rijkste deel van een land en de armste groep. Dan komt Rusland er ineens heel anders voor te staan. In augustus schreven de prominente economen Filip Novokmet, Thomas Piketty en Gabriel Zucman dat de 1 procent rijkste Russen maar liefst 20 tot 25 procent van alle rijkdom in Rusland bezitten. Die periode van de Sovjet-Unie kende grote mate van gelijkheid, maar toen die uiteenviel zijn de verschillen drastisch toegenomen.

Daarmee sloeg Rusland een unieke economische weg in. In Oost-Europese landen die voorheen tot de Sovjetrepublieken behoorden, zoals Polen, Tsjechië en Hongarije, is het aandeel van de rijkste 1 procent ‘slechts’ 10 tot 14 procent van het totale nationale inkomen, noteren Novokmet, Piketty en Zucman.

Buitenland

Een goede verklaring hiervoor is de hoeveelheid geld die is weggesluisd naar het buitenland. De drie economen schrijven: ‘Rijke Russen bezitten net zoveel rijkdom in het buitenland – in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Cyprus en soortgelijke offshore-centra – dan de gehele Russische bevolking in Rusland zelf bezit.’

De 1 procent

De rijkdom van de Russische one per cent is al alarmerend, maar dat wordt nog erger als we kijken naar de rijkste 10 procent. Een onderzoek van de financiële dienstverlener Credit Suisse becijfert dat die elite maar liefst 87 procent van alle rijkdom in Rusland bezit. In de Verenigde Staten is dat 76 procent, in China 66 procent.

Armoede

Des te schrijnender is het dat 16 procent van de Russische bevolking onder de armoedegrens leeft en dat 41 procent moeite heeft om rond te komen, zo schrijft The Guardian. Het geld wordt bovendien nauwelijks gelijk verdeeld over de samenleving: Rusland kent een vlaktaks van 13 procent (ter vergelijking: in Nederland valt het rijkste deel van de bevolking onder een belastingtarief van 49,5 procent).

Inkomen per hoofd

Sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 groeide het Russische inkomen per hoofd van de bevolking met gemiddeld 1,3 procent per jaar, aldus het economentrio van hierboven. Maar die groei is zeer ongelijk verdeeld: de onderste helft van de Russen profiteerde niet of nauwelijks van de groei, de 40 procent die de middenklasse vertegenwoordigt kende een bescheiden vooruitgang, en de rijkste 10 procent ging er flink op vooruit.

De miljonairsklasse heeft het uitstekend in Rusland, berekende ook onderzoeksbureau New World Wealth. 62 procent van de Russische rijkdom is in handen van miljonairs; 26 procent zit in de diepe zakken van de miljardairs. Internationaal ziet het rijtje ‘miljonairs als percentage van het geld in de hele samenleving’ er zo uit:

  • Rusland: 62 procent
  • India: 54 procent
  • Verenigd Koninkrijk: 35 procent
  • Verenigde Staten: 32 procent
  • Australië: 28 procent
  • Japan: 22 procent

Daarmee is Rusland de meest ongelijke grote economie ter wereld, schrijft de Amerikaanse omroep CNBC.

Conclusie

Dat Rusland een hoop ongelijkheid kent, staat buiten kijf. Het rijkste deel van de Russen bezit bergen geld, terwijl het armste deel al moeite heeft om hypotheek en elektriciteit iedere maand te bekostigen. Hoe dan ook is Rusland de meest ongelijke grote economie ter wereld, zoals drie economen met een lange staat van dienst aantonen. Kijken we naar álle landen, dan blijft Rusland echter ergens halverwege steken op de schaal van ongelijkheid. We beoordelen de bewering van communistenleider Zjoeganov daarom als deels waar.