Factcheck: ‘Topscoorders in het Nederlandse voetbal sterven uit’

Factcheck: ‘Topscoorders in het Nederlandse voetbal sterven uit’

23 maart 2018 0 Door Riffy Bol

De traditionele nummer 9, de goaltjesdief, de doelpuntenmachine: volgens AD-journalist Daniël Dwarswaard is deze sporter een steeds minder voorkomend verschijnsel. ‘De topscoorders maken minder doelpunten’, schrijft hij. ‘De goals worden eerlijker verdeeld.’ Is dat echt zo?

Ter onderbouwing van zijn stelling voegt Dwarswaard een tabel toe met doelpunten in de Eredivisie van de afgelopen tien seizoenen. Na 28 speelronden zijn er in deze competitie (2017/2018) al 16 voetballers die 10 goals hebben gemaakt. Een record in het afgelopen decennium, al telden de seizoenen 2010/11, 2014/15 en 2015/16 slechts één speler minder die aan 10 doelpunten kwam.

Ook interessant: het aantal doelpunten dat de absolute topscorer maakt in een seizoen (34 speelronden in Nederland). Met nog 6 wedstrijden te gaan hebben de nummers één van dit voetbaljaar, Fran Sol (Willem II) en Hirving Lozano (PSV), allebei slechts 14 goals gemaakt. Negen jaar geleden was er een sportman die op dit moment in het seizoen het dubbele presteerde: Ajacied Luis Suárez, toen met niet minder dan 29 goals op zijn naam – ruim één doelpunt per speelronde.

Terug in de tijd

Laten we in plaats van tien jaar, 60 jaar terug in de tijd gaan. In het seizoen 1956/57 scoorde Coen Dillen namens PSV maar liefst 43 doelpunten, meer dan drie keer zoveel als Sol en Lozano nu. Net als nu telde de Eredivisie destijds 34 speelronden. Feyenoorder Cor van der Gijp trof dat seizoen 32 keer doel, een kwart minder dan Dillen.

Topscoorders van toen en nu

Welke inzichten kunnen we eruitpikken als we alle topscoorders van toen tot nu op een rij zetten? Is er een lijn te trekken tussen 43 doelpunten in de jaren 50 en hoogstens 20 aan het einde van dit seizoen?

Bron: Voetbal.com

Gemiddelde

Het gemiddelde aantal doelpunten van een topscoorder over de afgelopen 61 seizoenen is 28. Met uitzondering van de periode 2000-2010 is het gemiddelde aantal treffers van een topscoorder steeds verder gedaald: van 28,1 per seizoen in de jaren 60 tot 26,4 tussen 2010 en 2017. Drie keer deelden twee voetballers de eerste plek: Willy van der Kuijlen en Piet Kruiver in 1965/66, Ove Kindvall en Dick van Dijk in 1968/69 en Romário en Dennis Bergkamp in 1990/1991.

Minder top

De eerste conclusie: sinds 1956 is de topscoorder – een piek in het begin van de 21ste eeuw daargelaten – steeds minder ‘top’ geworden. Maar hoe verhoudt de topscoorder zich tegenwoordig tot de sporters die iets lager op de ranglijst van meeste gescoorde goals staan?

Ook dat houdt de website Voetbal.com keurig bij – in dit geval sinds 1971. Om te kijken in hoeverre een topscoorder zich per seizoen verhoudt tot de rest van de veelscorende voetballers in hetzelfde kalenderjaar, zullen we kijken hoeveel doelpunten verschil er zitten tussen de nummer 1 en de nummer 5:

Bron: Voetbal.com

Koplopers

De afgelopen 46 jaar heeft de Eredivisie verschillende topscorers gekend die ver boven de rest uitstaken: Ruud Geels in de jaren 70, Marco van Basten in de jaren 80, Ruud van Nistelrooy eind jaren 90 en Mateja Kežman aan het begin van deze eeuw.

Er is dus geen sprake van een dalende trend in de hegemonie van topscoorders. Begin jaren 70 en rond 1990 waren er minieme verschillen in het aantal doelpunten tussen de meest succesvolle Eredivisiespelers. In de tweede helft van de jaren 70 en voor de meerderheid van de jaren 1980, 1990, 2000 en ook 2010 bestond er wel degelijk een groot verschil qua aantal doelpunten tussen de nummer 1 en 5 op de lijst van topscoorders.

Het meest recente, opvallende gat bedroeg 10 doelpunten in seizoen 2015/2016: Vincent Janssen trof namens AZ 27 maal doel, tegenover 17 treffers van FC Utrecht-speler Sébastian Haller en Ajacied Hakim Ziyech.

Conclusie

De echte topscoorder verdwijnt steeds meer uit het Nederlandse voetbal, stelde sportjournalist Daniël Dwarswaard. Hij heeft gelijk als we kijken naar de voetballer die per seizoen de meeste doelpunten maakt. In de periode 1956-2017 scoorde de topscoorder van de Eredivisie gemiddeld 28 keer. In het huidige decennium ligt het gemiddelde nog op 26,4 goals, tegenover 28,1 in de jaren 60.

Maar bekijken we in hoeverre de nummer één op de topscoorderslijst boven de rest uitsteekt, dan is er geen sprake van een neerwaartse beweging. Tussen 1971 en 2017 fluctueerde dit verschil enorm: de afgelopen zeven seizoenen was het verschil tussen de nummer 1 en 5 op die ranglijst vier keer minstens 10 doelpunten.

De topscoorder die duidelijk beter is dan de rest, is dus nog lang niet verdwenen. Daarom beoordelen we de claim als grotendeels onwaar.