Google investeert miljoenen in strijd tegen nepnieuws, strenge nepnieuwswetten in Egypte en Maleisië en Facebook factcheckt zichzelf
Iedere week verzamelt Factory het belangrijkste nieuws over factchecking en nepnieuws. Met deze week: Google vecht tegen nepnieuws, hoaxes en strenge nepnieuwswetten.
Google investeert honderden miljoenen in onder meer nepnieuwsbestrijding
Terwijl Facebook door het Cambridge Analytica-schandaal wordt afgeschilderd als de ‘bad guy’ van Silicon Valley, blijft Google floreren. Het zoekmachine-en-nog-honderd-andere-activiteiten-bedrijf heeft aangekondigd dat het de komende drie jaar maar liefst 300 miljoen euro steekt in digitale journalistiek.
Volgens de Volkskrant wil Google dat geld deels investeren in manieren om nepnieuws tegen te gaan. Hoe Google dat precies hoopt te bewerkstelligen, blijft voorlopig gissen. De Volkskrant meldt voorts dat journalistieke belangenorganisaties sceptisch reageren. Google zou immers 60 procent van het Nederlandse advertentiegeld opstrijken, ten koste van het medialandschap.
NRC checkte claims tijdens debat over gemeenteraadsverkiezingen
Lilian Marijnissen, fractievoorzitter van de SP. Foto: DWDD/Wikimedia Commons/CC BY 4.0
Petje af voor de journalisten van NRC. De krant wist twaalf beweringen van landelijke politici te controleren tijdens het debat voor de gemeenteraadsverkiezingen op NPO1, vorige week. Wat kunnen we daaruit opmaken?
Bijvoorbeeld dat Geert Wilders gelijk had over het aantal gesloten politiebureaus (148). Dat Thierry Baudet het mis had over statushouders in de bijstand. En dat Lilian Marijnissen van de SP schromelijk overdreef over het aantal sociale huurwoningen dat door kabinet-Rutte III dagelijks wordt weggehaald.
Het grootste compliment is voor GroenLinks-leider Jesse Klaver. Zijn berekening dat de 1,4 miljard euro die Nederland misloopt door het afschaffen van de dividendbelasting alle wachtlijsten in de zorg kan wegnemen, 15.000 banen in de zorg kan creëren én 32.000 huizen kan isoleren, blijkt volgens NRC te kloppen.
Egypte arresteert journalist en beschuldigt hem van ‘fake news’…
De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi. Foto: Kremlin.ru/Creative Commons Attribution 4.0 International
Egypte is al jaren geen vriendelijke plek meer voor journalisten. Denk maar aan de Nederlandse correspondent Rena Netjes, die in 2014 bij verstek tot 10 jaar cel werd veroordeeld. Reporters Without Borders noemt Egypte ‘één van ’s werelds grootste gevangenissen voor journalisten’.
Een kritisch artikel van persbureau Reuters over het Noord-Afrikaanse land komt dan ook niet als een verrassing. Men schrijft over de Egyptische filmmaker Mostafa al-Asar, die al voordat hij begon aan een kritische documentaire over president Abdel Fattah al-Sisi in februari door de politie werd gearresteerd. De aanklacht? Hij zou ‘nepnieuws publiceren’.
Op 1 maart zei Sisi volgens Reuters dat het ‘beledigen’ van het Egyptische leger of de politie gelijk staat aan verraad. Er zou een wet in de maak zijn die hiervoor maximaal 3 jaar cel kan opleveren. De voorzitter van de Egyptische mediawaakhond sprak ironisch genoeg tegenover Reuters dat hij ‘niet langer gelooft dat er een onafhankelijke pers is’.
…En Maleisië wil dat zelfs bestraffen met 10 jaar gevangenisstraf
Een olieverfschilderij van de Maleisische president Najib Razak. Foto: Rajasekharan Parameswaran/Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0
In Zuidoost-Azië wil Maleisië nepnieuws nóg strenger aanpakken. De premier aldaar, Najib Razak, wil met de zogeheten ‘Anti-Fake News 2018’-wet verspreiders van onzin aanpakken met maximale boetes van ruim 128.000 dollar en/of tot liefst 10 jaar celstraf, bericht wederom Reuters.
De Maleisische regering stelt dat de wet burgers tegelijk ‘het recht op vrije meningsuiting garandeert’. De grote vraag is hoe zij dat wil doen, als nepnieuws in haar definitie ‘nieuws, informatie data en berichten’ betreffen die ‘volledig of deels onwaar’ zijn. Hier zou dan in theorie ook satire of zelfs inhoudelijke slordigheid onder kunnen vallen.
De campus van Facebook in Menlo Park, Californië. Foto: Austin McKinley/Wikimedia Commons/CC BY 3.0
Facebook factcheckt… zichzelf
Zoals gezegd liggen Mark Zuckerberg en de zijnen de laatste weken zwaar onder vuur. Is het niet over het geheimzinnige databedrijfje Cambridge Analytica (dat een belangrijke rol zou hebben gespeeld in de Brexit en de verkiezing van Donald Trump), dan wel over de ongêneerde massale dataverzameling van Facebooks app.
Afgelopen week ging een bericht van ontwikkelaar Dylan McKay viral op Twitter. Hij had bij Facebook gegevens opgevraagd over contactpersonen op zijn telefoon. Facebook bleek al jarenlang alle metadata daarover op zijn servers te hebben staan. Paniek brak uit: gold dit behalve voor McKay voor álle Facebookgebruikers?
Het platform besloot zelf een factcheck te schrijven. Nee, is het korte antwoord op bovenstaande vraag, aldus Facebook. Sinds chatapplicatie Messenger in 2015 het licht zag voor smartphones, heeft Facebook voor het synchroniseren van je contacten expliciet toestemming nodig. Probleem is dat op de meeste Android-telefoons het installeren van een app onmogelijk is zonder het bestand permissie te geven tot alles waar het om vraagt.
Prettig is dat Facebook in zijn artikel een link heeft geplaatst om deze functie direct uit te schakelen. De contacten die Facebook eventueel heeft opgeslagen kun je ook laten verwijderen. Tot slot belooft Facebook dat deze data niet worden verkocht aan derde partijen, maar daar zullen een hoop mensen vermoedelijk hun twijfels over hebben.
De relatie tussen sociale media en politieke desinformatie
In navolging van First Draft News en het Reuters Institute for the Study of Journalism, komt nu ook de Amerikaanse Hewlett Foundation met een lijvig rapport over nepnieuws en desinformatie op de proppen. De auteurs kijken onder andere naar de veranderde kijk op sociale media (van revolutionair en uitermate handig tot nadelig en soms zelfs problematisch) en de opkomst van nepnieuwswebsites.
Om beter onderzoek te kunnen doen, raden de onderzoekers Facebook, Google en Twitter aan om hun databanken open te stellen voor academici. Ook een archief met botnetwerken, ‘hyperpartijdige’ sites en audiovisueel nepnieuws, alsmede een methode om de verspreiding van online-onzin van minuut tot minuut bij te houden, vinden de auteurs een goed plan.
Lead Stories spoort hoaxes nu automatisch op
De mensen achter de website Lead Stories zijn gedreven in het opsporen en aankaarten van aantoonbare niet-kloppende verhalen op internet. Dat doen ze nu nog sneller dan voorheen, omdat het proces grotendeels geautomatiseerd is. In een handig artikel legt de Belgische onderzoeker Maarten Schenk uit hoe.
Om nepverhalen op het spoor te komen, gebruikt Lead Stories de tool Trendolizer. Vervolgens maakt men meteen een archiefkopie van de betreffende hoax, zodat deze is terug te vinden als het stuk wordt verwijderd. Om onduidelijkheid te voorkomen, plakt de redactie daarna meteen een duidelijk woord op de originele header, zoals ‘HOAX’ of ‘FAKE NEWS’.
Blijft over het invullen van de alinea’s die aangeven waarom een verhaal onwaar is. Schenk stelt dat het automatiseren van bovenstaand proces ongeveer een kwartier per debunk scheelt. Des te meer tijd blijft er over om andere nonsens van het web te vegen.