Grote schoonmaak Twitter, politieke factchecks op Instagram en George Washington tegen nepnieuws
Iedere week verzamelt Factory het belangrijkste nieuws over factchecking en nepnieuws. Met deze week: twitter verwijdert nepaccounts, criminele boeren en factchecken op Instagram.
Twitter verwijdert zeventig miljoen nepaccounts
In de maanden mei en juni heeft Twitter zeventig miljoen nepaccounts verwijderd in de strijd tegen bots en internettrollen, schrijft The Washington Post. Vooralsnog gaat de actie gaat ook in juli door: elke dag worden er zo’n miljoen accounts verwijderd.
Het bedrijf bleek na de Amerikaanse verkiezingen in 2016 problemen te hebben met een groot aantal Russische bots en trolls die misinformatie verspreiden ten nadele van presidentskandidate Hillary Clinton. De grote schoonmaak heeft ook gevolgen voor het aantal actieve gebruikers van Twitter: dit kwartaal kan een zeldzame daling ontstaan op het platform, ten opzichte van het vorige kwartaal.
Twitter schatte eerder dit jaar het aantal nepaccounts op vijf procent. Het is afwachten op de volgende kwartaalcijfers, waaruit zal blijken of dit percentage niet hoger uitvalt. Het bedrijf kende in het vorige kwartaal zo’n 336 miljoen maandelijks actieve gebruikers.
George Washington als factchecker
Nepnieuws bestaat zo lang als de politiek bestaat. Politifact schreef over George Washington’s aanvaring ermee. Nog voor Democraten en Republikeinen modder naar elkaar gooiden was de eerste president van Amerika doelwit van een reeks nagemaakte brieven in zijn naam. Deze zouden afgepakt zijn van Washington’s loopjongen in de Amerikaanse burgeroorlog, Billy Lee. In de brieven zou Washington zijn sympathieën voor de Britse monarchie uitspreken; het ‘bewijs’ dat hij niet achter de idealen stond van de nieuwe Verenigde Staten van Amerika.
In 1795 drong Washington bij het Senaat aan om de Jay Treaty te ondertekenen. Dit verdrag zou de handel met de Britten na de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog weer normaliseren, maar stuitte ook op weerstand. Sommige critici vonden dat Washington zoveel macht had dat zijn presidentschap deed denken aan een monarchie, anderen wilden nog geen al-te-vriendelijke deals maken met de voormalige vijand. Vermoed wordt dat vanuit die hoek de nagemaakte brieven ontstonden die als pamfletten circuleerden in Amerika.
De geruchten dwongen de president uiteindelijk om de brieven zelf te factchecken. Lee was nooit gevangengenomen en van de inhoud van de gefabriceerde brieven klopte niets. Maar het nepnieuws was wel een van de redenen dat Washington wilde stoppen met zijn politieke carrière en terug wilde naar Virginia, waar het rustige boerenleven hem stond te wachten.
NRC Checkt: “Vijftien procent van de boeren wordt benaderd door criminelen”
Afgelopen maand kopte dagblad Trouw met cijfers van onderzoeksbureau Geelen uit Wageningen: “Vijftien procent van de boeren wordt benaderd door criminelen.” Criminele organisaties zouden boeren vragen of hun terrein als opslagplaats gebruikt mag worden voor drugs, in ruil voor een ‘ruime vergoeding’.
Vorig jaar kwam de Eindhovense burgemeester John Jorritsma bij RTL Nieuws met een soortgelijke claim. Een op de vijf Brabantse boeren zou benaderd zijn door criminelen. Na een factcheck van het NRC werd deze als ongefundeerd beschouwd omdat het onderzoek waarnaar Jorritsma refereerde, niet bestond. Het is aannemelijk dat Jorritsma een steekproef van Omroep Brabant van vorig jaar bewust of onbewust aandikte. Daaruit bleek dat een op de acht van 210 Brabantse boeren is benaderd door criminelen.
Maar hoe betrouwbaar is het onderzoek op landelijk niveau, waaraan 2.200 boeren meededen? Het NRC checkte dit bij Han Wiskerke, hoogleraar rurale sociologie van Wageningen University. “Of dit helemaal representatief is, is niet zeker te zeggen omdat we niet weten of er een gelijke verdeling is qua respondenten over de verschillend provincies heen”. De landelijke boerenorganisatie LTO Nederland noemt het cijfer van 15 procent aannemelijk, evenals politie en justitie in het zuiden van Nederland.
De krant concludeert dat het onderzoek waarschijnlijk betrouwbaar is, maar bestempelt het resultaat als niet te checken.
“Factcheckers steeds vaker beschuldigd van partijdigheid”
“Het probleem met een Republikeinse president die onwaarheden tweet is dat het percentage factchecks op Democratische politici is gezakt.” Dit zijn de woorden van Alexios Mantzarlis, directeur van het International Fact-Checking Network (IFCN), dat de Global Fact conferentie over factchecken en nepnieuws organiseerde.
Volgens hem is een van de grootste problemen van het hedendaagse factchecken de selection-bias. Bepaalde groepen politici worden vaker gecheckt dan anderen, zei hij voor The Washington Post. Mantzarlis vindt dat factcheckers, in tegenstelling tot een paar jaar geleden, niet meer de rol kunnen innemen van jonge hervormers, wiens “fouten slechts deel uitmaken van de leercurve”.
Daarom gebeurt er wereldwijd het een en ander om de selection-bias tegen te gaan. In Frankrijk heeft de links-leunende Liberation krant een database opgezet waar het publiek vragen kan stellen die gecheckt worden; de redactie checkt niets uit eigen initiatief. Snel is het proces niet: het team van acht journalisten heeft sinds september vorig jaar 1.600 van de 8.000 vragen beantwoord.
Een andere manier om de selection bias tegen te gaan, is door uitspraken van politici direct en geautomatiseerd te factchecken. Dit is niet makkelijk, maar in Argentinië doen de makers van Chequeabot een poging. Het programma scant teksten van dertig landelijke media en koppelt ze aan direct aan een database van meer dan 1.000 factchecks. Deze en soortgelijke bots zoals FactStream en Full Fact Live noemden we eerder in het blog.
Factchecken via Instagram
In aanloop van de Spaanse verkiezingen op 26 juli checkt de start-up Newtral de uitspraken van politici tijdens debatten en interviews via Instagram. Het bedrijf wil zo factchecking toegankelijker maken voor jongeren.
Naast live factchecks kan het publiek met de swipe-up tool meer bijbehorende informatie bekijken over het onderwerp dat de politici bespreken.
Minder dan een derde ambtenaren herkent nepnieuws
Slechts 31 procent van de ambtenaren zegt goed in staat te zijn om echt nieuws van nepnieuws te onderscheiden. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research en communicatieadviesbureau Omnicom Public Relations Group (OPRG), waaraan 665 ambtenaren meededen.
Nieuwsberichten op Facebook en Geenstijl vertrouwen ze het minst. Het NRC en het NOS Journaal worden gezien als de meest betrouwbare nieuwsbronnen onder ambtenaren.
Ruim de helft van de ambtenaren geeft aan dat nepnieuws hun werk moeilijker maakt. Dit zou mede komen door politici, die zich veel zouden laten beïnvloeden door nepnieuws. Dat levert vervolgens meer werk op voor de ambtenaren, die zo minder tijd overhouden voor hun normale werkzaamheden.
Vijftien procent van de ambtenaren geeft aan dat er geen aandacht is voor nepnieuws binnen hun organisatie; een vijfde weet niet of er intern over is gecommuniceerd.