‘Kamerleden hebben jaarlijks 75 vakantiedagen’
Werken op het Binnenhof is zwaar. Je staat altijd in de spotlights, maakt lange dagen en bent vaak ver van je gezin. Daar staan wel lange recessen tegenover; vrije dagen die Kamerleden zelf kunnen invullen. Onzin, tweette opiniemaker Jan Dijkgraaf op 3 september: ‘Tweede Kamerleden hebben jaarlijks 15 weken vakantie. En u?’
Tweede Kamerleden hebben jaarlijks 15 weken vakantie. Dat zijn 75 vakantiedagen. En u? https://t.co/ABUX0fzmQt
— J. Dijkgraaf #2 (@jndkgrf) September 3, 2018
Hoeveel dagen reces?
En dat zijn bij elkaar liefst 75 vakantiedagen, zo berekende Dijkgraaf op basis van de agenda van de Tweede Kamer. Op een speciale pagina staan inderdaad de data van de recessen. Het aantal ‘vakantiedagen’ is te berekenen met een makkelijk rekensommetje: bij elkaar debatteren Kamerleden 15 weken niet. Dat zijn bij elkaar 105 vrije dagen. Omdat weekenddagen niet tellen als vakantie, moeten daar nog 30 dagen van worden afgetrokken. Dan kom je inderdaad uit op een totaal van 75 vakantiedagen.
Maar dat is nog niet alles: de recessen van de Tweede Kamer beginnen namelijk op een vrijdag en lopen door tot en met de maandag van de eerstvolgende vergaderweek. Per vrije periode komen er dus twee dagen bij. Dan blijken Kamerleden zelfs 85 dagen ‘vakantie’ te hebben. Omdat er dit jaar Provinciale Statenverkiezingen worden gehouden, komen de leden zelfs uit op een aantal van 86.
Hoe zit dat bij andere werkgevers?
Dit aantal lijkt uitzonderlijk hoog als je het vergelijkt met de vakanties van Nederlanders die niet werken op het Binnenhof. Het aantal vakantiedagen hangt volgens de website van Rijksoverheid af van het aantal uren dat je per week werkt. Dit aantal uren met vier vermenigvuldigd komt neer op het aantal vakantie-uren waar een werknemer recht op heeft.
Bij een vijfdaagse werkweek van 40 uur kom je bijvoorbeeld uit op 160 uren of 20 vakantiedagen van 8 uur. Wie vijf dagen in de week fulltime werkt heeft dus wettelijk recht op minimaal 20 dagen vakantie. Soms kan je nog extra vakantiedagen opnemen, maar dit verschilt per werkgever, contract en CAO.
‘Geen vakantie’
Aan de figuur te zien, is de verhouding scheef. Kamerleden lijken veel meer vakantie te hebben dan ‘gewone’ Nederlanders. Toch is die stelling te makkelijk. Het reces telt namelijk niet officieel als een ‘vakantie’. Kamerleden kunnen tijdens deze vrije periode elk moment terug worden geroepen voor debat, mocht daar een meerderheid voor zijn.
Sterker nog; Kamerleden hebben helemaal nooit vakantie. Voormalig Kamerlid Peter Dillingh stelt op de website van het Montesquieu Instituut dat leden heel het jaar 24 uur per dag beschikbaar moeten zijn. Het reces is het moment waarop de leden een ‘adempauze’ kunnen nemen:
‘Het dagritme en de weekindeling worden even niet bepaald door de Kameragenda, maar door de agenda van het Kamerlid zelf. De recessen bieden ruimte om debatten voor te bereiden, leesachterstand weg te werken, werkbezoeken af te leggen, stage te lopen, contact te onderhouden met de achterban.’
– Oud-Kamerlid Peter Dillingh (Montesquieu Instituut)
Ook politiek verslaggever Frits Wester beaamt in een column uit 2011 dat Kamerleden tijdens het reces niet zomaar lui achterover kunnen zitten:
‘Nu is het reces formeel geen vakantie. De Kamer kan altijd teruggeroepen worden van reces als er iets belangrijks aan de hand is. Afgelopen zomer gebeurde dat bijvoorbeeld vanwege de Eurocrisis. Daarnaast gebruiken veel Kamerleden de recesperiode om bij te lezen, werkbezoeken af te leggen of om stage te lopen. Ook moet niet vergeten worden dat Kamerleden die ver van Den Haag wonen vaak een groot deel van de week van huis zijn.’
– Frits Wester (RTL Nieuws)
Grondwet
De bepaling dat Kamerleden ‘permanent’ in functie zijn, is zelfs opgenomen in de grondwet. Waar in andere landen ieder jaar het nieuwe parlementaire jaar moet worden geopend door de koning, president of premier, loopt deze in Nederland onophoudelijk door. Bij de grondwetswijziging van 1983 werd bepaald dat op Prinsjesdag de koning voortaan niet meer de ‘gewone vergadering’ opent, maar enkel een ‘uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid’ geeft.
In de meeste andere Europese landen worden de ‘zittingen’ van het parlement nog wel jaarlijks geopend en gesloten, staat op de website van de Staten-Generaal. Als bijeffect ontstaat daardoor ieder jaar een ‘parlementsloze periode’. In Nederland is dat dus niet meer zo, waardoor ook de parlementariërs 365 dagen per jaar beschikbaar moeten zijn.
Werkbezoeken
Tijdens het reces wordt dus hard gewerkt. Ook huidige Kamerleden maakten dat onlangs duidelijk aan het AD, na vragen over het Twitterbericht van Dijkgraaf. VVD’er Erik Ziengs verklaarde dat hij ‘jaarlijks aan vrienden en kennissen op feestjes uitlegt’ dat het reces géén vakantie is:
‘Het stikt van de werkbezoeken op mijn portefeuille, waar ik ook collega’s tegenkom. Daarnaast ben ik als Kamerlid sowieso 24/7 aanspreekbaar, reces of niet.’
– VVD-Kamerlid Erik Ziengs (AD)
Ook SP-Kamerlid Ronald van Raak verklaarde in een column op nieuwssite The Post Online dat het ‘politieke handwerk’ tijdens het reces niet ophoudt. Zo heeft hij nog veel werk op stapel liggen:
‘Daarnaast ga ik in het reces ook nog werken aan de afronding van een nieuwe wet voor afschaffing van het wachtgeld voor werkloze politici. Ten slotte heeft een parlementaire commissie onder mijn leiding een evaluatie gemaakt van de parlementaire enquêtes die in de Tweede Kamer de afgelopen jaren zijn gehouden en voorstellen gedaan om ervoor te zorgen dat het parlement voortaan beter wordt geïnformeerd – ook daarvoor moet tijdens het reces nog heel wat werk worden verzet. Tegelijk moet ik ook mijn uiterste best doen om ervoor te zorgen dat andere Kamerleden al deze wetten gaan steunen. Het reces is dus bepaald geen vakantie. Maar het is wel de tijd om de batterij weer op te laden. Door boeken te lezen, door musea te bezoeken en door muziek te beluisteren.’
– SP-Kamerlid Ronald van Raak (TPO)
Dat tijdens het reces onder meer werkbezoeken worden afgelegd, zoals Ziengs zuchtend verklaarde, blijkt ook wel uit de Twitterpagina’s van Kamerleden. Zo bezocht Kamerlid Rens Raemakers (D66) afgelopen zomer organisaties die zich bezighouden met jeugdzorg en ging Dilan Yeşilgöz (VVD) als emancipatiewoordvoerder langs bij de Amsterdam Pride.
⏺ Jeugdhulp-Limburg Werkbezoekendag!
▶️ Op initiatief van zorgpioniers @PiekeHouben en @luukvenner bezoeken we vandaag drie organisaties: de Mutsaertsstichting in #Venlo, het Ouder en Kind Huis in #Kerkrade en hier op de foto: Hoeve de Kaolder in #Leudal.#jeugdhulp #jeugdzorg pic.twitter.com/8i25G3vRFV— Rens Raemakers (@RensRaemakers) August 14, 2018
Off to Amsterdam Pride ✌🏼🏳️🌈🏳️🌈🏳️🌈 We strijden elke dag voor gelijke rechten en vrijheid, vandaag vieren we nog eens extra de liefde 🌺 pic.twitter.com/MI1OitOsRA
— Dilan Yesilgoz VVD (@DilanYesilgoz) August 4, 2018
Toch gaat hier niet de meeste tijd aan op. Uit onderzoek van NRC Handelsblad uit 2011 bleek dat 60 procent van de Kamerleden gemiddeld 2,1 werkbezoeken aflegde tijdens het zomerreces. Ook bleken er vanuit Kamerfracties geen harde regels te zijn voor activiteiten tijdens het reces. Maar ze niksen ook niet. Zo vonden 30 van de 187 werkbezoeken zelfs in het buitenland plaats.
In andere landen
Kamerleden zijn dus niet lui, ook niet tijdens het reces. De vraag die dan nog rest is: is dat reces desondanks niet erg lang vergeleken met de landen om ons heen? Dat valt mee. Zo zijn leden van de Duitse Bondsdag dit jaar zelfs 119 dagen debatvrij, terwijl ‘slechts’ om de week wordt vergaderd.
In het Vlaams Parlement worden voornamelijk commissievergaderingen gehouden en algemene plenaire vergaderingen vaak één keer per week. Daar staat wel tegenover dat zij maar 55 recesdagen hebben. Nederlandse parlementariërs vergaderen vaak meerdere keren per week in de plenaire zaal en hebben daarnaast dus 86 dagen reces.
En hoeveel dagen nemen ze dan daadwerkelijk vakantie? Dat is aan de Kamerleden zelf. Die vakantie wordt door ieder lid anders ingevuld. Zo bezocht Peter Kwint van de SP afgelopen zomer enkele festivals.
En serieus. Kun je je een betere locatie voorstellen voor een metalfestival? Met die scheve toren op de achtergrond. #intothegrave pic.twitter.com/f22eDN95ZH
— Peter Kwint (@peterkwint) August 11, 2018
Wat vaststaat is dat het ene lid het minder druk heeft dan het andere, waardoor ze niet allemaal even lang vakantie kunnen nemen. Volgens Frits Wester werken sommige leden zich ‘drie slagen in de rondte’, terwijl de ander het werk met ‘twee vingers in de neus’ kan doen. Het zou volgens hem dus zomaar kunnen dat enkele leden in de zomer daadwerkelijk 9 weken weg zijn.
Toch is dit bij veel leden niet het geval. Het Kamerlidmaatschap is volgens de verslaggever namelijk ‘geen doorsnee baan’. En dat is een gegeven dat de lange recesperiodes rechtvaardigt.
Conclusie
Deze check bestaat uit twee delen, die beide aan bod gaan komen in dit uiteindelijke oordeel.
Als eerst: het aantal dagen. Jan Dijkgraaf spreekt van 15 vrije weken en 75 vakantiedagen. Dit klopt niet. Kamerleden zijn tijdens recessen namelijk vrij vanaf vrijdagen tot en met maandagen. Dat zijn twee extra dagen die bij het aantal vrije weken moeten worden opgeteld. De weekenddagen zijn buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet tellen als vakantie. Het is weliswaar zo dat Kamerleden dit jaar bij elkaar 15 weken reces hebben, door de extra maandag en vrijdag komen daar nog tien extra dagen bovenop: 85 vrije dagen. En als je de vrije dag voor de Provinciale Statenverkiezingen meetelt, kom je zelfs uit op 86.
Dan het tweede deel: geldt de recesperiode als een vakantie? Critici die het reces te lang vinden, zeggen dat je daarover kan twisten. De Kamerleden zijn immers vrij en kunnen in principe doen wat ze willen. Ook wekenlang op vakantie gaan. Kamerleden doen dat in veel gevallen echter niet. Ze gebruiken de periode onder meer om debatten voor te bereiden en om het gezicht aan kiezers te laten zien. Belangrijke taken waar in andere weken minder of weinig tijd voor is. Zo is het in Nederland gebruikelijk dat er meerdere grote debatten per week worden gevoerd, terwijl dat in bijvoorbeeld Duitsland en Vlaanderen om de week en respectievelijk één keer per week gebeurd. Natuurlijk is het zo dat er geen harde eisen worden gesteld door fracties voor activiteiten tijdens het reces, maar de bewering dat de vergadervrije periode daarmee afgedaan kan worden als een te lange vakantie gaat te ver.
Tot slot zijn Kamerleden altijd in functie. Ze moeten het hele jaar bereikbaar zijn voor kiezers. Het is sinds 1983 zelfs in de grondwet geregeld dat de ‘gewone vergadering’ van het parlement nooit sluit. Alle verwijzingen naar die sluiting zijn destijds letterlijk uit de tekst gehaald. De Tweede Kamer is dus altijd open en in bedrijf. Elke dag van het jaar, voor altijd (totdat de grondwet mogelijk weer wordt aangepast, dan). Kamerleden zijn daardoor óók non-stop in functie.
Deze claim wordt dan ook beoordeeld als onwaar.