Verzuimkosten zijn met een korreltje zout te nemen
Werkgevers waren in 2018 300 miljoen euro meer kwijt dan een jaar eerder aan ziekteverzuim als gevolg van werkstress. 2,8 miljard euro bedroegen de verzuimkosten in totaal vorig jaar. Dit concludeert De Limburger in een artikel op 11 november 2019 naar aanleiding van onderzoek van het TNO en CBS.
Door: Valerie van Vliet
Hoe komen de onderzoeksbureaus aan deze cijfers? Persvoorlichter van TNO Maarten Lörtzer legt uit dat de resultaten voortkomen uit een jaarlijkse enquête van het TNO en CBS onder werknemers: de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). Maar hoe weten de onderzoekers de financiële situatie van werkgevers als de enquête alleen onder werknemers wordt afgenomen? “De gegevens uit de enquête worden naast gegevens van het CBS gelegd, zoals loonkosten”, vertelt Lörtzer. “Het CBS weet die kosten onder werknemers in een bepaalde beroepsgroep. Als je die cijfers combineert met de verzuimcijfers per beroepsgroep uit de NEA, kun je met flink wat rekenen een goede indicatie geven van de totale kosten van werkgevers aan verzuim als gevolg van werkstress.”
Loonkosten
Is de toename van verzuim de enige reden waarom de verzuimkosten van werkgevers hoger worden? De verzuimkosten hangen logischerwijs samen met de loonkosten. Als een werkgever meer loon betaalt aan een werknemer, zal deze werknemer ook duurder zijn wanneer diegene niet meer kan werken. Op het CBS zijn cijfers te vinden over loonkosten door de jaren heen.
Uit de één na laatste kolom valt op te maken dat de loonkosten per arbeidsjaar voor werkgevers sinds 2005 continu aan het stijgen zijn. Het jaarlijks stijgen van de verzuimkosten lijkt dus niet meer dan logisch.
Willem van Rhenen, hoogleraar engagement & productivity, bedrijfsarts en bestuurder bij de Arbo Unie legt bovendien uit dat het aantal werkenden ook is toegenomen. “We zitten inmiddels op acht miljoen werknemers. Als het aantal dat verzuimt dan met één promille stijgt, heb je het al over acht duizend werkenden. Als je de loonsom daarop gaat berekenen, kom je toch op een substantieel bedrag uit.” Dat werkgevers hogere verzuimkosten betalen, hangt dus van meer factoren af dan alleen het aantal werknemers dat verzuimt.
Voorgaande jaren
Belangrijker dan de vraag wat de reden is van de hoge verzuimkosten, is de vraag wat nou het belangrijkste nieuws is. Alle verzamelde gegevens zijn netjes in te zien via de ‘Monitor arbeid‘ van onderzoeksinstituut TNO. Na flink zoeken zijn ook de verzuimcijfers van voorgaande jaren te vinden. In onderstaande grafiek is te zien hoeveel procent van de werknemers per jaar het antwoord ‘ja’ gaf op de vraag of diegene te maken heeft gehad met ziekteverzuim als gevolg van werkstress in de afgelopen twaalf maanden.
Wat opvalt in deze grafiek is dat er in 2018 inderdaad meer sprake was van verzuim (47,9%) ten opzichte van 2017 (44%), maar niet ten opzichte van de jaren vóór 2014. In 2005 was dit percentage bijvoorbeeld 54%. Eigenlijk zitten we al vier jaar in een dal in de grafiek. Ofwel: al vier jaar is er sprake van minder ziekteverzuim dan in voorgaande jaren. In 2018 gaat de grafiek weer omhoog. Als dit percentage vergeleken wordt met de cijfers van voorgaande jaren, zou je zeggen dat een kleine stijging dus niets verontrustends is.
Toch maakt Van Rhenen zich zorgen om dit percentage. “Juist die kentering is zorgelijk”, legt hij uit. “We hebben het percentage de afgelopen jaren laten dalen met maatregelen, zoals beter opgeleide bedrijfsartsen en aangepaste wetgeving. Als het percentage weer omhoog gaat, ook al is het maar een klein beetje, zullen we daar iets aan moeten doen.”
Conclusie
Kortom: de uitspraak dat werkgevers in 2018 300 miljoen euro meer kwijt zijn aan verzuimkosten klopt wel, maar geeft een beperkt beeld van de werkelijkheid. Dat het aantal werknemers dat verzuimt al jaren aan het dalen is en die trend nu wordt gebogen, is misschien wel het belangrijkste verhaal achter de cijfers van het TNO en CBS. Van Rhenen bevestigt dit en wil samen met de Arbo Unie de koppen bij elkaar steken om deze kentering te verklaren en de kop in te drukken.