Advertentie vuurwerkbranche gebruikt misleidende cijfers

Advertentie vuurwerkbranche gebruikt misleidende cijfers

7 januari 2021 0 Door Tom van Beurden

In een advertentie in meedere landelijke dagbladen beweert de Branche Pyrotechniek Nederland (BPN) dat slechts 385 van de twee miljoen slachtoffers die zich jaarlijks op de spoedeisende hulp melden vuurwerkgerelateerd zijn. Maar klopt dit cijfer wel?

Dat van de twee miljoen mensen die zich jaarlijks op de spoedeisende hulp (SEH) melden ‘slechts’ 385 vuurwerkgerelateerd zijn lijkt onvoorstelbaar weinig. Daarnaast zou volgens de BPN het merendeel van het vuurwerkletsel veroorzaakt worden door illegaal vuurwerk.

Herkomst cijfers

Navraag bij de BPN over de herkomst van de cijfers die zij gebruiken leert dat ze zich baseren op een rapport van VeiligheidNL. VeiligheidNL is een organisatie die zich sinds 1995 inzet om Nederland op verschillende gebieden zo veilig mogelijk te maken. Hierbij richten ze zich ook op onderzoek naar oorzaken van letsel, waaronder dus vuurwerk. De cijfers waar de BPN zich op baseert komen uit het rapport ‘Type vuurwerk en letsel 2019-2020’ dat is gepubliceerd in april 2020. Het is het vijfde onderzoek naar typen vuurwerk die tijdens een jaarwisseling hebben geleid tot letsel. Alle onderzoeken zijn uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

Navraag bij VeiligheidNL leert dat de cijfers uit dit rapport gebaseerd zijn op cijfers van verschillende organisaties. Zo komen de cijfers deels uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL. Het LIS werkt volgens VeiligheidNL op de volgende manier. “Met behulp van LIS wordt in een selectie van Spoedeisende Hulpafdelingen informatie vastgelegd over privé-ongevallen, sportblessures, verkeersongevallen, arbeidsongevallen, geweld en zelfbeschadiging. Deelnemende ziekenhuizen vormen een representatieve steekproef van ziekenhuizen in Nederland, en dit maakt een schatting van cijfers op nationaal niveau mogelijk. Hiervoor worden de in de LIS ziekenhuizen verzamelde data, op basis van externe gegevens over het totaal aantal SEH-bezoeken in Nederland, geëxtrapoleerd naar heel Nederland.”

Daarnaast hebben ook de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT), en InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg, meegewerkt aan het onderzoek en data verzameld op 30 december en 1 januari. Tenslotte heeft er ook een screening van mediaberichten omtrent vuurwerkslachtoffers plaatsgevonden tussen de maanden november en januari.

Betrouwbaarheid

Uit navraag over de betrouwbaarheid van de cijfers bij VeiligheidNL blijkt het volgende: “De gegevens die wij jaarlijks rapporteren krijgen wij via de medische staf van SEH-afdelingen en huisartsenposten”, aldus onderzoeker van VeiligheidNL Huib Valkenberg. “Zij rapporteren (op een standaard invulformulier) letsels en ongevalstoedrachten waarover zij de slachtoffers tijdens of rond de behandeling hebben ondervraagd. Wij doen na ontvangst van deze data geen checks meer over de waarheid van deze gegevens, mede om de zorgmedewerkers niet verder te belasten. Wij gaan er daarbij van uit dat het binnen de arts/patiënt-relatie voor de behandeling van belang is om geen informatie achter te houden. De betrokken medici hebben in de jaren dat we dit onderzoek doen nooit twijfel geuit over de informatie die ze van de slachtoffers ontvangen. We kunnen echter niet uitsluiten dat iemand , om wat voor reden dan ook, incidenteel niet naar waarheid op de vragen antwoordt.”

“Bij het verwerken van de data gaan wij als onderzoekers wel nog per geval na of alle genoteerde gegevens en de beschrijving van het ontstaan van het ongeval met elkaar in overeenstemming zijn, en passen dit waar nodig en mogelijk nog aan.”

Vooral met dat laatste blijkt dat VeiligheidNL er, ondanks dat het niet mogelijk is om alle cijfers uitvoerig te checken, toch alles aan doet om de cijfers zo betrouwbaar mogelijk te maken.

Niet het hele verhaal

Uit het rapport van VeiligheidNL blijkt inderdaad dat er zich de voorgaande jaarwisseling 385 vuurwerkslachtoffers hebben gemeld op de spoedeisende hulp. Het cijfer wat de BPN gebruikt klopt dus, al vertelt dit getal niet het hele verhaal. Zo hebben zich dezelfde jaarwisseling ook nog eens 900 mensen met vuurwerkletsel gemeld bij de huisartsenposten in het hele land, zo blijkt uit hetzelfde rapport van VeiligheidNL. Het gaat dus in totaal om bijna 1300 vuurwerkslachtoffers die zich rondom de jaarwisseling melden bij zorgverleners.

Daarnaast blijkt de bewering dat het merendeel van het vuurwerkletsel veroorzaakt wordt door illegaal vuurwerk niet te kloppen. Uit hetzelfde rapport van VeiligheidNL blijkt dat in de voorgaande jaarwisseling 80% van het letsel werd veroorzaakt door vuurwerk wat toen legaal was, dat is inclusief het knalvuurwerk dat sinds dit jaar verboden is.

Verkeerde vergelijking

Bovendien klopt de vergelijking van BNP niet. Het cijfer 385 is niet gerekend over een heel jaar, maar enkel over de jaarwisseling. Dat is dus één nacht. De twee miljoen mensen die aangehaald worden door de BNP zijn de mensen die zich volgens de BNP verspreid over een heel jaar op de spoedeisende hulp melden. Dat cijfer lijkt echter nergens op gebaseerd te zijn. Volgens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werden de spoedeisende hulpafdelingen in 2019 namelijk 659.000 keer bezocht door mensen met letsel. Door de manier waarop de BNP de vergelijking nu wegzet lijkt het alsof de impact op de zorg van het aantal vuurwerkslachtoffers tijdens de jaarwisseling veel kleiner is dan in werkelijkheid het geval is. Als je het aantal van 659.000 deelt door de 365 dagen van een jaar kom je uit op gemiddeld 1805 bezoekers per dag op alle spoedeisende hulp afdelingen in Nederland. Tijdens oud en nieuw melden er zich dus op dag alleen al 385 bezoekers met letsel door vuurwerk. Het is dus een veel grotere druk op de zorg dan de BNP doet vermoeden.

Conclusie

De BNP zegt zich te baseren op cijfers uit een rapport van VeiligheidNL. Uit die cijfers blijkt inderdaad dat er zich 385 mensen met vuurwerkletsel hebben gemeld op de spoedeisende hulp afdelingen in Nederland. Dat cijfer vertelt echter niet het hele verhaal. Zo meldden ook nog eens 900 mensen zich de voorgaande jaarwisseling bij de huisartsenposten. Daarmee komt het totaal aantal mensen dat vanwege vuurwerkletsel gebruik maakt van de zorg te liggen op bijna 1300.

Daarnaast is de vergelijking die de BNP trekt niet correct. Zo zijn er jaarlijks niet twee miljoen mensen met letsel die gebruik maken van de spoedeisende hulpafdelingen in Nederland, maar 659.000, volgens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Daarmee hebben zich in 2019 dagelijks gemiddeld 1805 bezoekers gemeld op alle spoedeisende hulpafdelingen in Nederland. Dus heeft het aantal slachtoffers dat zich met vuurwerkletsel meldt op de spoedeisende hulp afdelingen in Nederland een veel grotere impact op de zorg tijdens de jaarwisseling dan het BNP doet vermoeden.

Tot slot blijkt de bewering dat het merendeel van het vuurwerkletsel veroorzaakt wordt door illegaal vuurwerk niet te kloppen. Uit hetzelfde rapport van VeiligheidNL is namelijk gebleken dat tijdens de voorgaande jaarwisseling 80% van het letsel werd veroorzaakt door legaal vuurwerk.


Lees hier al onze factchecks in de categorie Mens