Economische groei moet niet langer een doel op zich zijn, vindt econoom Kate Raworth. In haar boek Doughnut Economics pleit ze voor gematigde groei, die rekening houdt met het milieu en een sociale ondergrens. In een interview met de Volkskrant stelt ze: ‘In meer dan veertig, vijftig landen is het al goedkoper om te investeren in zonne-energie dan in fossiele brandstoffen.’ Klopt dit?
De kosten om zonne-energie op te wekken dalen inderdaad al jaren, blijkt uit data die energie-onderzoeksbureau GTM Research bijeen heeft gesprokkeld. In het afgelopen jaar alleen al zijn de kosten met ruim een kwart gedaald, berekende Bloomberg New Energy Finance. Over de komende vijf jaar zal de prijs naar verwachting met nog eens 27 procent dalen.
Goedkoper
Bloomberg voorspelt dat zonne-energie binnen vier jaar ‘bijna overal’ goedkoper is dan steenkool. Nu al is het goedkoper om nieuwe faciliteiten voor duurzame energie te bouwen dan om vervuilende energiecentrales te laten draaien. In de Verenigde Staten groeit de zonne-energie-industrie 17 keer sneller dan de totale Amerikaanse economie, aldus de International Renewable Energy Agency (IRENA).
Wereldwijd
In Japan is zonne-energie op dit moment het duurst, schrijft GTM: 2,07 dollar per watt. India is het goedkoopst: 0,65 cent per watt. De Verenigde Staten wekken voor gemiddeld 1 dollar per watt energie op uit zonlicht – dat prijsniveau loopt drie jaar voor op schema, becijferde het Amerikaanse ministerie van Energie.
Ook in Australië, Brazilië, Chili, Denemarken, Egypte, Mexico en de Verenigde Arabische Emiraten is het inmiddels goedkoper om te investeren in zonne-energie dan in fossiele of nucleaire energie, schrijven The Guardian en het World Economic Forum. Een jaar geleden schatte de Zwitserse economische denktank dat het in 2020 wereldwijd goedkoper is om zonne-energie in plaats van fossiele brandstoffen te gebruiken.
Marginaal
Maar zonne-energie neemt nog altijd een marginale plek in als je kijkt naar de totale hoeveelheid opgewekte energie: 1,5 procent, tegenover 80 procent middels fossiele brandstoffen als steenkool, aardgas en olie.
Fossiel tijdperk voorbij
De meest haalbare manier om de bewering van Raworth te checken, is om te berekenen of minimaal 40 landen inderdaad goedkoper energie kunnen opwekken uit zonlicht dan uit steenkool, olie of aardgas. Immers: van lang niet alle landen zijn goede of recente gegevens beschikbaar. Het handigst is om te kijken naar Noord-Amerikaanse, Europese en Aziatische landen (zoals Rusland, China, Japan en India). Is zonne-energie inderdaad het fossiele tijdperk voorbij? Het antwoord is ja.
Investeren
In zeker 58 landen is het, afgaande op gemiddelde prijsniveaus, goedkoper om te investeren in zonnepanelen dan in fossiele energiebronnen (en windmolens), meldt Bloomberg New Energy Finance. Opmerkelijk is dat ontwikkelingslanden en nog-niet-volledig-ontwikkelde landen het beter doen dan de landen die zijn aangesloten bij de OESO.
Booming
Zonne-energie is booming in China, Chili, Brazilië, India, Uruguay en Zuid-Afrika, schrijft Bloomberg. Al met al investeerde de bovenstaande groep landen in 2015 maar liefst 154,1 miljard dollar in duurzame energie, ten opzichte van 153,7 miljard dollar door de rijkste landen op aarde. Dat maakt dat een land als Chili voor even veel elektriciteit kan opwekken uit de zon dan uit vervuilende energiebronnen – voor de helft van de prijs.
Conclusie
In veertig tot vijftig landen is het goedkoper om te investeren in zonne-energie dan in fossiele brandstoffen, zei Oxford-econoom Kate Raworth. Een analyse van Bloomberg New Energy Finance laat zien dat dat eind vorig jaar zelfs voor 58 landen gold. In 2020 zal dat mogelijk zelfs in alle landen het geval zijn, berekende het World Economic Forum. We beoordelen de claim als waar.