Tien jaar De Speld, Mexicaanse verkiezingstrolls en de Amerikaanse nepnieuwsambassadeur

Tien jaar De Speld, Mexicaanse verkiezingstrolls en de Amerikaanse nepnieuwsambassadeur

9 januari 2018 0 Door Riffy Bol

Iedere week verzamelt Factory het belangrijkste nieuws over factchecking en nepnieuws. Met deze week: De Speld is jarig, nepverhaal Bitcoinscholier en viraal nepnieuws.

Drieduizend keer desinformatie in Frankrijk, met ruim een miljoen lezers

‘Les decodeurs’ noemen ze zich: de journalisten van de Franse krant Le Monde die in december 2.865 valse Franse berichten tegenkwamen op Facebook. Daarvan stonden er op 19 december nog 1.737 online, die tezamen maar liefst 1,6 miljoen keer waren gedeeld. Eén nepnieuwtje over vergiftigde aardappelen werd bijvoorbeeld 211.000 keer verspreid op Facebook; een Chinees die lintwormen opliep na het eten van sushi werd in meer dan 200 publicaties opgenomen als zijnde een feit.

Niet minder dan 45 procent van de bijna 3.000 neppagina’s die Le Monde op Facebook tegen het lijf liep, had meer dan 100.000 likers. De Franse journalisten onderscheiden tot slot verschillende soorten nepnieuws. Ideologische ‘alternatieve info’ en commerciële ‘clickbait’ categoriseren ze anders dan regelrecht fake news.

Mexicaanse machtspartij zette trolls in voor presidentsverkiezingen

9085212846_3b3c41345b_k

President Enrique Peña Nieto van Mexico. Foto: Chatham House/Flickr/CC BY 2.0

Honderd anonieme internetters die in een achteraf gelegen kantoorgebouw positief nieuws het wereldwijde web op slingeren om een president gekozen te laten worden. Nee, dit gaat niet over Rusland, de Verenigde Staten of China, maar over Mexico. Net zo goed als Poetin, Trump en Xi weet de aloude Mexicaanse machtspartij PRI waar de verkiezingen van de toekomst worden gewonnen: op internet.

De Amerikaanse journaliste Andrea Noel vertelt erover in de podcast Reply All van Gimlet Media. De missie van de jonge internetgebruikers was ervoor zorgen dat presidentskandidaat Enrique Peña Nieto op het Mexicaanse pluche terecht zou komen, vertelt de geanonimiseerde ervaringsdeskundige Sophie. Met drie of vier Twitter-accounts bestond haar dagelijkse routine uit het verspreiden van positief nieuws over Peña Nieto en het uitbannen van negativiteit.

Drie maanden lang leidt Sophie Mexicaanse twitteraars af over schandalen en corruptie door polariserende onderwerpen als homoseksualiteit en beroemdheden naar voren te schuiven. En het werkte: Peña Nieto won de Mexicaanse verkiezingen. Maar uit angst voor het achterlaten van sporen, schakelde de PRI volgens journalist Noel al snel over op anonieme freelancers.

De EU geeft veel minder uit aan nepnieuwsbestrijding dan Thierry Baudet beweerde

Vier miljard euro zou de Europese Unie jaarlijks uitgeven aan tegenpropaganda, zei Thierry Baudet in december in de talkshow Jinek. NRC nam de bewering van de Forum voor Democratie-leider onder de loep en komt uit op een vele malen lager bedrag. Europese groepen als de East Stratcom Task Force, die onder meer Russisch nepnieuws onderscheppen en bestrijden, ontvangen in 2018 slechts 800.000 euro uit de EU-begroting.

Facebook vervangt vlaggen bij fake news door gerelateerde artikelen

Een rood vlaggetje bij een nieuwsbericht dat niet klopt, werkt voor bepaalde doelgroepen letterlijk als een rode lap op een stier. Daarom stapte Facebook er twee weken geleden van af, en vervangt deze maatregel sindsdien met het tonen van ‘gerelateerde artikelen’. Uit onderzoek van het sociale netwerk zou blijken dat een nepartikel minder vaak gedeeld wordt als er artikelen bij staan die op het onderwerp aansluiten, dan wanneer het stuk geflagd is.

https://www.youtube.com/watch?v=k7g7EeC3-rE

Productmanager Tessa Lyons stelt dat factcheckers onmisbaar blijven om desinformatie op Facebook tot een minimum te beperken.

Journalisten trappen in nepverhaal over rijke bitcoinscholier

bitcoin-1813503_1920

Beeld: Typography Images/Pixabay/CC0

Als hun schooldocumentaire over nepnieuws van ons een cijfer zou mogen krijgen voor impact, verdienen Paul Jonker (havo 5) en Nash Gorter (vwo 6) uit Laren een dikke 10. Na het zien van een nieuwsitem over een Russische nepnieuwsfabriek besloot het duo vriend Moos van Dorp om te toveren tot rijke bitcoinscholier, verhaalt een reconstructie van Nieuwscheckers.

Moos, voor de nepdocu omgedoopt tot ‘Bram van Stadt’ kreeg toen hij 13 jaar was zogenaamd 800 euro van zijn oma, die hij in bitcoins investeerde. Een paar jaar later was die investering 100.000 euro waard geworden – reden om een persbericht te schrijven – inclusief foutieve persoonsvorm en onnodig hoofdlettergebruik in de eerste zin.

Toch trappen diverse media erin: de regionale krant de Gooi- en Eemlander, de Telegraaf, omroep NH Nieuws, het Algemeen Dagblad en Trouw nemen het nepnieuws stuk voor stuk over, sommen docenten Alexander Pleijter en Peter Burger van de Universiteit Leiden op.

Pijnlijk is dat meerdere cameraploegen niet achterdochtig werden toen ‘Bram’ van woonplaats wisselde, en dat niemand het zogenaamd verdiende bitcoinbedrag zwart op wit wilde hebben alvorens tot publicatie over te gaan. Alleen de journalist van Trouw informeerde er volgens Pleijter en Burger naar, maar liet dit rusten na van repliek te zijn gediend over ‘privacygevoelige informatie’.

Nieuwscheckers deelt enkele belangrijke lessen na het journalistieke fiasco. Zo bestaat de achternaam ‘Van Stadt’ niet in de Nederlandse namendatabank, komt de naam ‘Bram van Stadt’ niet voor op sociale media en is het op z’n minst twijfelachtig dat iemand die rijk is geworden daar op eigen initiatief het nieuws mee wil halen.

De hoofdredacteur van dagbladuitgever Holland Media Combinatie kon in ieder geval niet lachen om het nepnieuws. Hij liet recent weten mogelijke juridische stappen tegen de school van de drie nepnieuwsmakers te onderzoeken. Ook Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vakbond voor Journalisten, vindt de uit de hand gelopen schoolopdracht kwalijk, zegt hij tegen Villamedia.

RTV Noord zette een item over illegaal vuurwerk in scène

Er valt iets voor te zeggen als een journalist boos wordt indien hij bewust misleid wordt – kijk naar de commotie die ontstond toen chocolademerk Tony’s Chocolonely stug volhield dat het een beursgang ging maken. Maar andersom, als je als mediaconsument om de tuin wordt geleid, is dat minstens zo kwalijk.

Het was exact wat de regionale omroep RTV Noord een paar dagen voor Oud & Nieuw deed. Het Groningse blog Sikkom wees erop dat een legale vuurwerkverkoper van een scooterhandel en een zogenaamd illegale rotjes- en pijltjesdealer hetzelfde logo op hun kleding droegen in het bewuste tv-item.

https://www.youtube.com/watch?v=HFb_dgp3_7g 

Misschien nog kwalijker is dat een eindredacteur van RTV Noord in eerste instantie tegenover Sikkom beweerde dat de handelaar ‘anoniem gemaakt’ was ‘vanwege bronbescherming’. Vier dagen na de eerste berichtgeving van Sikkom reageerde de hoofdredacteur van RTV Noord op de bevindingen van het blog: ‘We hadden in de uitzending moeten melden dat de koop geënsceneerd was. Dat hebben we niet gedaan en dat is journalistiek laakbaar.’

Toen Sikkom bij monde van de winkelier annex nepvuurwerkverkoper ontdekte dat de in opspraak geraakte verslaggever een vuurwerkpakket ter waarde van 139 euro van hem had gekregen, volgde op RTV Noords bericht dat uit een intern onderzoek ‘geen nepnieuws’ was geconstateerd, al snel de melding dat er een ‘extern onderzoek’ komt.

De grootste satiresite van Nederland, De Speld, bestaat een decennium

speldlogo

Beeld: Wikimedia Commons/CC BY-SA 4.0

Tien jaar mogen we ons al gelukkig prijzen met de scherpe satire van De Speld. NRC interviewde laatst hoofdredacteur en mede-oprichter Jochem van den Berg, wat enkele interessante inzichten opleverde. Voor De Speld liet hij zich inspireren door Der Postillon uit Duitsland, Le Gorafi uit Frankrijk en The Onion en The Daily Show uit de VS.

Boeiend is dat Van den Berg een bekend sentiment ter tafel brengt: komieken nemen veel mensen tegenwoordig serieuzer dan politici of journalisten. Kijk naar het succes van Zondag met Lubach of Last Week Tonight van de Brit John Oliver.

(Overigens: hoewel De Speld volgens NRC een miljoen bezoekers per maand trekt, zien – afgaand op de reacties onder gedeelde Speld-artikelen op Facebook – nog altijd veel mensen niet dat De Speld hilarisch ingestoken fake news verspreidt.)

Medewerker van het Eindhovens Dagblad vertelt over zijn satirische blog

Nederland kon in 2014 alsnog het WK voetbal in Brazilië winnen. Dat schreef Matthijs Lodewijks in die bewuste zomer voor de grap op zijn blog Ermaggezongenworden.nl. Hij beweerde dat de penaltyreeks tegen de andere halvefinalist Argentinië oneerlijk was verlopen, waardoor Nederland met terugwerkende kracht de finale zou kunnen betreden.

24 uur later werd Lodewijks met zijn neus op de feiten gedrukt. Zijn grappig bedoelde hoax was 1,3 miljoen keer gelezen en duizenden keren gedeeld, vertelt hij in het Eindhovens Dagblad. In 2015 sloeg hij nogmaals toe: hij zoog uit zijn duim dat de organisatie van de doorgaans zo gemoedelijke Helmondse Kasteeltuinconcerten per abuis een thrashmetalband uit Polen had geboekt. 75.000 lezers en paniek op Facebook waren het gevolg.

Het ED-artikel laat zien dat de humor van Lodewijks vaak niet onder doet voor ‘satirekoning’ De Speld. Toen Feyenoorder Michiel Kramer in december werd geschorst omdat hij in de rust een broodje kroket verorberde, typte de Brabantse blogger dat darter Michael van Gerwen was weggestuurd wegens het eten van een banaan.

Amerikaanse ambassadeur in Nederland weerspreekt zijn eigen nepnieuws

Ongetwijfeld was het een van de bizarste werkdagen voor NOS-correspondent Wouter Zwart tot nu toe: zijn interview met Pete Hoekstra, de Amerikaanse ambassadeur in Nederland. Zwart confronteerde Hoekstra met een uitspraak uit 2015, toen hij zei dat Nederland ‘no-go zones’ kent waar auto’s en politici in de fik worden gestoken. ‘Dat heb ik niet gezegd’, antwoordde Hoekstra voor de draaiende camera. ‘Dat is een onjuiste bewering. Wij noemen dat nepnieuws.’

Vervolgens toont Nieuwsuur het bewuste fragment van drie jaar geleden. ‘Dat noemde ik geen nepnieuws. Dat woord heb ik niet gebruikt’, antwoordde Hoekstra daarop . Dat enkele minuten nadat hij dat woord wel degelijk in de mond nam. Als het niet gefilmd was, zou je het amper geloven. Niet veel later bood Hoekstra op Twitter zijn excuses aan.

Nepnieuws is een groot probleem voor Nederland, vinden Nederlanders

Eén op de drie Nederlanders kan vaak geen onderscheid meer maken tussen feit en fictie. Slechts 29 procent geeft aan nepnieuws van de waarheid te kunnen onderscheiden. Dat blijkt uit een onderzoek van I&O Research onder 2.400 Nederlanders, in opdracht van de Volkskrant.

De angst voor nepnieuws treft met name lageropgeleiden: 40 procent van die groep zegt regelmatig waarheden en onwaarheden door elkaar te halen; bij hogeropgeleiden is dat 23 procent. De percentages zijn omgekeerd bijna identiek als wordt gevraagd of men nepnieuws goed kan herkennen.

Andere percentages uit het rapport van I&O Research:

  • 82 procent vindt nepnieuws een bedreiging voor de democratie en rechtsstaat;
  • 66 procent denkt dat Rusland de rechtsgang inzake MH17 tracht te beïnvloeden;
  • 20 procent vermoedt dat Nederland meewerkt aan een doofpot over dezelfde zaak;
  • 71 procent wantrouwt nieuws op Facebook, 68 procent op GeenStijl, 9 procent dat in de traditionele kranten.

Om te testen hoe goed jij bent in het herkennen van nepnieuws, maakte de Volkskrant een speciale nepnieuwsquiz.

De factcheckjaaroverzichten van NU.nl en de Volkskrant

1278px-amsterdam_wibautstraat_de_volkskrant_001

Het voormalige pand van de Volkskrant aan de Wibautstraat in Amsterdam (2009). Foto: Wikimedia Commons/Public domain

NRC deed het al een paar jaar met de rubriek ‘next.checkt’. Maar ook nieuwsredacties als NU.nl en de Volkskrant hebben zich in 2017 serieus op factchecken gestort. Beide media publiceerden laatst hun jaaroverzicht. NU.nl, dat zich sinds maart 2017 bezig houdt met nepnieuws onderuit halen, concludeert dat zijn meeste factchecks gingen over gezondheid, criminaliteit en immigratie. De meest gelezen factcheck van de redactie uit Hoofddorp ging over het gewicht van Michelle Obama.

Voor de Volkskrant zette oude bekende Maarten Keulemans de grootste nepnieuwtjes van 2017 op een rij. De Amsterdamse redactie controleerde zo’n 100 claims, waaronder over wonen in Drenthe, een algoritme dat homo’s kan herkennen en een Litouwse kerstmarkt die zou zijn gesloopt door moslimmigranten. Het vermeende filmpje daarvan bleek afkomstig uit de Amerikaanse stad Baltimore.

Viraal nepnieuws presteerde in 2017 beter op Facebook dan in 2016…

Jammelijk nieuws afkomstig van BuzzFeed: het afgelopen jaar werden de 50 meest gedeelde nepnieuwsberichten op Facebook, afkomstig van 167 websites, meer gedeeld dan de top 50 aan fake news in 2016 (die van 97 sites kwamen). Tussen 1 januari en 9 december 2017 verwerkten de 50 nepverhalen gezamenlijk 23,5 miljoen shares, likes en reacties, tegenover 21,5 miljoen in 2016.

Dit is een tegenvaller voor Facebook, dat in 2017 beweerde dat het debunken van een nieuwsbericht door factcheckers het verkeer naar een bepaalde post met 80 procent doet dalen. Het meest succesvolle nepnieuwtje ging 1,2 miljoen keer rond op Facebook en betrof volgens BuzzFeed het bericht dat een oppasmeisje een baby in haar vagina had gestopt.

BuzzFeed ontdekte verder dat de factchecks van aangesloten partijen Snopes, PolitiFact, FactCheck.org en ABC News slechts 0,5 procent verkeer ontvingen in vergelijking met de nepnieuwssites. Wel positief: dit viertal checkte 31 van de 50 onzinverhalen die BuzzFeed in kaart bracht. Uit de analyse komt naar voren dat het grootste deel van de berichten misdaadgerelateerd was; pas daarna volgen politiek en gezondheid.

Ook de Duitse afdeling van BuzzFeed deed onderzoek naar het bereik van nepnieuws. Journalist vond met behulp van de software ‘BuzzSumo’ acht Duitstalige nepartikelen. Die werden in 2017 tussen de 42.900 en 78.000 gedeeld, gelikes en becommentarieerd. Geen van de traditionele Duitse nieuwsmedia, waaronder de Frankfurter Allgemeine Zeitung, taz.de en de Süddeutsche Zeitung (bekend van de Panama en Paradise Papers) kregen in diezelfde periode zo veel verkeer te verwerken op hun eigen platformen.

‘Debunkpionier’ Craig Silverman voelt na drie jaar ongemak bij de term ‘fake news’

BuzzFeed-journalist Craig Silverman, die het bovenstaande Amerikaanse onderzoek beschreef, is een van de mensen die de woorden ‘fake news’ naar een breed publiek bracht. Daar kijkt hij met bedompte gevoelens op terug, bekende hij op de laatste dag van 2017. Al in 2014 stuitte Silverman op een nepnieuwsstuk, dat repte over een Texaanse stadje dat in quarantaine was gezet wegens een ebola-uitbraak.

Door zijn blijvende berichtgeving over nepnieuws, onder meer met een stuk over Macedonische tieners die daar bakken met geld mee verdienen, hield het extreemrechtse blog Breitbart hem vorig jaar medeverantwoordelijk voor de huidige ‘nepnieuwscrisis’. Het echte probleem, volgens Silverman, is dat de term ‘fake news’ nu te pas en te onpas wordt ingezet in de ideologische informatieoorlog tussen Democraten en Republikeinen, en tussen mensen die de traditionele media vertrouwen en zij die daar niets mee te maken willen hebben.

Klimaatontkenners misbruiken zoekresultaten in Google om boodschap te verspreiden

climate-change-2241061_1920.jpg

Foto: Jody Lehigh/Pixabay/CC0

De tijd dat je een boek opensloeg om informatie over wat dan ook in te winnen, lijkt voorbij. ‘Google is your friend’, krijgt menigeen te horen als hij of zij een vraag stelt die de zoekmachine ook kan beantwoorden. Maar ook Google is niet altijd te vertrouwen, blijkt uit een analyse van The New York Times: toen de krant ‘global warming’ intypte, verschijn bovenaan de zoekresultaten een advertentie die het gevaar van het broeikaseffect glashard ontkent.

Het probleem dient zich niet bij iedere internetter aan, bekent de krant direct. De klimaatredacteur van het Amerikaanse dagblad ziet er bijvoorbeeld niets van. Dat omdat Google zijn zoekgeschiedenis in een geavanceerd algoritme heeft gegoten dat alle onzin eruit filtert. In de incognitomodus van haar browser kreeg Hiroko Tabuchi echter wel degelijk klimaatnonsens te zien.

Maar na contact te hebben opgenomen met Google – als The New York Times belt, is dat voor menig bedrijf een aanleiding om snel in actie te komen – werd een dergelijke advertentie van ‘DefyCCC’ nog steeds getoond, aldus Tabuchi. Hoe dan ook doet reclame op Google goed werk voor deze obscure site. Dat zegt oprichter Leo Goldstein tegenover de New Yorkse krant. In het afgelopen halfjaar kreeg de site 2.000 procent meer bezoekers te verwerken.