‘Nederlanders gaan steeds vaker op zoek naar korting’

‘Nederlanders gaan steeds vaker op zoek naar korting’

17 december 2019 0 Door Redactie

De Nederlander ‘blijkt korting bewuster te zijn dan ooit tevoren’, concludeerde de Nationale Kortingsmonitor begin november. We zijn steeds vaker actief op zoek naar korting, terwijl we het product waarvoor de korting geldt eigenlijk niet nodig hebben. Maar is dat wel zo?

Door: Marieke Nielen

Het persbericht werd op 7 november gepubliceerd door Reclamefolder.nl. Zij lieten het onderzoek uitvoeren door marketingbureau Etil, die hetzelfde onderzoek eerder deed in 2016. Brabants Dagblad, de Limburger en Hart van Nederland besloten om het te publiceren. De publieke omroepen en kwaliteitskranten NRC en de Volkskrant publiceerden dit niet. Er ontstaan namelijk wat vraagtekens als je beter naar het bericht kijkt.

Belanghebbende partijen

Het onderzoek werd gepubliceerd door twee partijen die belang hebben bij publicatie. De website Reclamefolder.nl, die tipt over kortingen, vindt het natuurlijk leuk om te melden dat steeds meer mensen kortingsbewust bezig zijn. De uitvoerder, marketingbureau Etil, is een commercieel onderzoeksbureau

Ronald Griffioen, directeur van de reclamesite, vertelde naar aanleiding van het persbericht: “We weten allemaal dat korting voor de Nederlandse consument belangrijk is. Nu we in kaart hebben gebracht wat hun kanalen en drijfveren zijn, kan dat ons, maar vooral folderaars helpen bij de manier waarop zij hun kortingen presenteren.”

Er waren ook nog wat andere hints. Zo zijn alle cijfers in het persbericht gebaseerd op onderzoeken uit 2016 en 2019. Het lijkt erop of de beweringen niet zijn onderzocht met cijfers van de afgelopen jaren, maar op basis van één vergelijking. Genoeg redenen dus om naar het onderzoek te kijken.

Onderzoekmethoden

Op de site van Reclamefolder.nl staat de rapportage van de Nationale Kortingsmonitor. Daaruit blijkt dat er in september online onderzoek is gedaan onder duizend mensen. De steekproefbron is volgens Etil hun eigen online panel. Er wordt verder niet uitgelegd hoe de vragen zijn gesteld en uit wat voor mensen dit online panel bestaat.

Evert Webers, hoofdonderzoeker bij Etil, geeft alleen antwoord op de vraag over het online panel. “De steekproef is getrokken uit een online panel (van PanelClix). De netto steekproef is gewogen voor geslacht, leeftijd en opleiding. De verdeling van deze variabelen komt overeen met die in de Nederlandse bevolking.”

Dat klinkt heel behoorlijk, maar als je wat onderzoek doet naar PanelClix, ontstaan er twijfels. PanelClix is een site waarop mensen zich gratis kunnen registreren om mee te doen aan online vragenlijsten. Als je eenmaal panellid bent, kan je ongelimiteerd meedoen aan onderzoeken. Maar nu komt het: je krijgt er geld voor. Per ingevulde vragenlijst ontvang je punten, zo zijn duizend ‘Clixs’ al 10 euro waard.
Het is dan de vraag hoe betrouwbaar je panelleden zijn voor dit onderzoek. Dit zijn mensen die bewust op zoek zijn naar een extra zakcentje. Grote kans dat ze gevoeliger zijn voor kortingen dan de ‘normale’ Nederlander.

Het Nibud, het nationaal instituut voor Budgetvoorlichting, geeft in een reactie toe dat ze niks weten van PanelClix en de betrouwbaarheid daarvan. De Consumentenbond durft ook niet met zekerheid te zeggen of PanelClix wel een betrouwbare bron is.

De resultaten

In de Nationale Kortingsmonitor staan ongeveer twintig conclusies en resultaten. We behandelen de twee claims die het meest zijn overgenomen in de media.

Claim 1: “Veel Nederlanders geven toe dat ze actief op zoek gaan naar kortingen, terwijl ze eigenlijk niets nodig hebben.”

Bron: Nationale Kortingsmonitor

Als je naar de grafiek kijkt, vallen er een aantal dingen op. Ten eerste is ‘veel’ een nietszeggende term. Dat is niet gek, want als je kijkt naar de grafiek is er nauwelijks te spreken van een ‘meerderheid’.

Van de dertien onderzochte categorieën zijn er slechts vier waarvan de meerderheid zegt ‘een enkele keer’ of ‘vaker’ te hebben gezocht naar kortingen die ze niet nodig hadden. In de overige negen categorieën heeft de meerderheid (meer dan 60 procent) nog nooit naar onnodige kortingen gezocht.

In het hoogste geval, bij voedingsproducten, zijn het slechts 230 mensen van de 1000 die actief (vaker dan een keer) naar kortingen zoeken terwijl ze dit niet nodig hebben. Noem je dit dan veel? Dat kan je jezelf afvragen.

Claim 2: ‘De Nederlander blijkt korting bewuster dan ooit tevoren’

Dit was de algemene conclusie die de Nationale Kortingsmonitor trok uit alle resultaten. De grafiek die dit het meest in beeld brengt is deze staafdiagram:

Bron: Nationale Kortingsmonitor

Als je kijkt naar alle cijfers, dan klopt het dat er een stijging heeft plaatsgevonden. Mensen zijn actiever op zoek naar korting dan in 2016. Andere jaren ontbreken. Hoofdonderzoeker Webers geeft toe dat daar geen onderzoek naar is gedaan: “Alles is gebaseerd op cijfers uit 2016 en 2019.”

Je kan dus niet op basis van feiten verklaren dat de Nederlander ‘korting bewuster is dan ooit tevoren’. Het onderzoek weet namelijk niet hoe de Nederlander er vorig jaar over dacht, laat staan in de afgelopen eeuw.

Klopt de andere claim dan wel, dat Nederlanders steeds vaker op zoek gaan naar korting?
Dat kan je feitelijk ook niet onderbouwen met dit onderzoek. ‘Steeds vaker’ verwijst naar iets wat regelmatig wordt gemeten. De stijging is nu op basis van één onderzoek uit 2016. Dit moet je dus ook met een korreltje zout nemen.

Conclusie

De Nationale Kortingsmonitor is een onvolledig onderzoek. De resultaten zijn niet uitgebreid genoeg voor de getrokken conclusies. Dat de Nederlander eerder nog nooit zo bewust bezig was met korting, kan niet feitelijk worden onderbouwd met de cijfers van dit onderzoek.

Daarnaast worden er termen gebruikt zoals ‘veel Nederlanders’ en ‘steeds meer Nederlanders’ zonder dat daar echte cijfers aan vast zitten.

De manier waarop het onderzoek is uitgevoerd, is ook onduidelijk. Etil gaf geen duidelijk antwoord, behalve dat het via PanelClix is gedaan. Een online panel waarvoor mensen betaald krijgen. Een platform die twee grote onderzoeksinstanties, het Nibud en de Consumentenbond, niet kennen.

Als er duidelijk in de berichtgeving wordt gezet dat het om conclusies gaat ten opzichte van 2016, zijn de resultaten al een stuk betrouwbaarder. Maar dan kan je jezelf nog steeds afvragen hoe bepaalde dingen zijn gemeten. Het is een omstreden onderzoek: de doelgroep is niet representatief en er worden onvolledige conclusies getrokken. Kijk dus uit met wat je publiceert.


Gerelateerde checks

Of bekijk hier al onze factchecks in de categorie ‘Geld’