Zijn Nederlanders in 50 jaar twee keer zo rijk geworden?

Zijn Nederlanders in 50 jaar twee keer zo rijk geworden?

13 mei 2021 1 Door Fleur Hartman

De Limburger schreef naar aanleiding van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat Nederlanders in 50 jaar ruim twee keer zo rijk zijn geworden. Deze stelling is ook te lezen bij andere kranten, zoals het AD en De Telegraaf. In principe klopt deze claim, alleen is het woord ‘rijk’ een onhandige formulering.

Op 15 april publiceert De Limburger de volgende claim in hun nieuwsbericht:

“Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde dat het jaarlijkse beschikbare inkomen dat kan worden gebruikt voor het betalen van woonlasten, boodschappen, maar ook voor uitjes sinds 1969 is verdubbeld van 10.300 euro naar 21.900 euro.”

Andere kranten, waaronder het AD, De Telegraaf en Het Parool, berichten hetzelfde. De cijfers komen van een publicatie van het CBS geschreven door hun hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen; allebei betrouwbare bronnen. Uit die publicatie blijkt dat de genoemde cijfers (10.300 en 21.900) in ieder geval correct zijn.

Ook schrijft De Limburger het volgende:

“Het geld dat iemand op z’n rekening krijgt na aftrek van belastingen en premies lag daarmee vorig jaar 112 procent hoger dan in 1969. Daarbij houdt het CBS rekening met de opgelopen inflatie. De kerngetallen van 1969 zijn omgerekend tot het prijsniveau van 2020.”

Uit dezelfde publicatie als hierboven vermeld, blijkt dat 112 procent juist is. De cijfers die De Limburger gebruikt, zijn dus correct. Maar wat houdt ‘rijk zijn’, zoals de kranten benoemen, in?

Vermogen

Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) ligt het basisbehoeftenbudget in 2017 per jaar op €13.620 voor alleenstaanden, €18.660 voor een stel zonder kinderen en €22.200 voor een paar met kinderen. Dit blijkt uit een publicatie over armoede in Nederland uit 2019. Zij baseren hun cijfers grotendeels op gegevens van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Wanneer de armoedegrens van het SCP gehanteerd wordt, kunnen Nederlanders zeker als rijk worden beschouwd wanneer hun jaarlijkse beschikbare inkomen €21.900 betreft.

Het vermogen van Nederlanders, waarbij het CBS kijkt naar het saldo van bezittingen en schulden, is terug te vinden tot 2006. Het vermogen en het inkomen is te bekijken in onderstaande tabellen.

Tabel 1. Het doorsnee vermogen van huishoudens per 1 januari. Bron: CBS
Tabel 2. Het inkomen van huishoudens per hoofd. Bron: CBS

Het inkomen ligt in 2006 op €19.843 per hoofd en in 2019 op €21.456. Dat is een stijging van 8 procent. Ook in het vermogen is een toename te zien, namelijk van 15 procent. In 2006 ligt het totale vermogen omgerekend naar de prijzen van 2019 op €43.000 en in 2019 is dat vermogen gestegen naar €49.800 per huishouden. Echter bleek in 2019 wel dat het vermogen hoger was omdat de waarde van woningen bleef stijgen. Hoewel er geen cijfers zijn van 1969 is het aannemelijk dat het vermogen ook gestegen is sinds dat jaar.

Ook uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt een stijging in het spaargeld van Nederlandse huishoudens.

Tabel 3. Het spaargeld van Nederlandse huishoudens. Bron: DNB

Bezit

De Limburger stelt ook het volgende:

“Volgens het CBS zijn we niet alleen twee keer zo rijk geworden, maar zijn we daar ook naar gaan leven. Zo is onder meer het bezit van auto’s, consumentenelektronica en andere luxeproducten in de meetperiode hard gestegen.”

Dit is ook te lezen in de publicatie van het CBS waar Van Mulligen deze stelling benoemt in zijn conclusie. Het komt ook naar voren bij deze publicatie van het CBS, waaruit blijkt dat er sinds 1969 een stijging van 322 procent in het bezit van auto’s te zien is.

Conclusie

De cijfers van het CBS kloppen volledig. Hoewel de essentie van De Limburger en de andere kranten in wezen juist is, roept het woordje ‘rijk’ vragen op. Er is sprake van een verdubbeling van het beschikbare inkomen en niet van het vermogen. Alhoewel er uit cijfers blijkt dat er een stijging in het vermogen is, gaat dit niet over een verdubbeling.

Van Mulligen zegt hierover: “Bij het CBS gebruiken we niet het begrip ‘rijk’. Bij veel mensen gaat rijkdom gevoelsmatig meer over het bezit dan het inkomen, of een combinatie van beide. Of de verdubbeling van hetzelfde inkomen hetzelfde is als ‘twee keer zo rijk’, is vooral een kwestie van smaak en interpretatie.” Over de keuze van De Limburger en de andere kranten voor het woord ‘rijk’ zegt hij het volgende: “Omdat we ons bij het CBS beperken tot feitelijke vaststelling, kiezen we zelf niet voor zo’n interpretatie. Voor anderen zal dat mogelijk wel gelden, daar vellen wij verder geen oordeel over.”